This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Aardrijkskunde
Proefwerk
Slide 1 - Slide
Wat heb je nodig?
- Tafels in toetsopstelling
- Potlood/pen
Slide 2 - Slide
Rondje weekend
Slide 3 - Slide
Weekdoelen Classdojo
Doelen van de klas:
- Ik ben stil wanneer: mijn docent praat, mijn klasgenoot de beurt heeft of het stoplicht op rood staat.
- Mijn telefoon en oordopjes zitten in de telefoontas.
- Ik ben aardig voor mijn schoolgenoten.
- Ik steek mijn vinger op wanneer ik iets wil vragen/zeggen.
- Ik heb mijn spullen bij me en maak mijn werk (behalve als ik langere tijd ziek ben geweest).
Doel mevrouw Koops:
- Ik waarschuw volgens de stappen van de escalatieladder.
Slide 4 - Slide
Lesdoel
Wat leer je en waarom?
- Ik test wat ik heb geleerd in hoofdstuk 1.
Slide 5 - Slide
De noordpijl geeft aan ...
A
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Open question
Wat weet je nog? Noem twee natuurlijke elementen:
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Open question
Wat weet je al?
Dit geeft aan waar het Noorden ligt.
Hier kun je lezen waar de kaart over gaat.
Hier kun je zien wat de verschillende kleuren en symbolen op een kaart betekenen.
Hier kun je zien hoeveel 1 cm op de kaart in het echt is.
Titel
Noordpijl
Schaal
Legenda
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Poll
Deze foto is genomen in Australië. Wat weet je al van dit land?
Slide 12 - Mind map
Samenvatting
Lees de samenvatting en markeer belangrijke begrippen.
Klaar?
Finish maken blz. 22
timer
10:00
Slide 13 - Slide
Samen oefenen
Slide 14 - Slide
Controlevraag
Slide 15 - Slide
Proefwerk H1
- Bespreken
- Toets maken
- Klaar? Naam erop Toets wordt gehaald
Aan de slag met: huiswerk of NUMO
timer
1:00
Slide 16 - Slide
Classdojo en mededelingen:
Slide 17 - Slide
Hoe ging de toets?
slecht
redelijk
goed
heel goed
Slide 18 - Poll
Weekdoelen Classdojo
Doelen van de klas:
- Ik ben stil wanneer: mijn docent praat, mijn klasgenoot de beurt heeft of het stoplicht op rood staat.
- Mijn telefoon en oordopjes zitten in de telefoontas.
- Kauwgom/eten/drinken zit in mijn tas.
- Ik zorg voor een veilige sfeer.
- Ik steek mijn vinger op wanneer ik iets wil vragen/zeggen.
- Ik heb mijn spullen bij me en maak mijn werk (behalve als ik langere tijd ziek ben geweest).
Doel mevrouw Koops:
- Ik waarschuw volgens de stappen van de escalatieladder.
Slide 19 - Slide
Kies uit: legenda, dunbevolkt, dichtbevolkt, thematische kaart, overzichtskaart.
1. De symbolen en kleuren in een kaart worden uitgelegd in de ... 2. Wanneer er veel mensen op 1 vierkante kilometer wonen, is een stad ... 3. Een kaart over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld 'geloof', noem je een ...
Slide 20 - Mind map
Sleutelwoorden:
Noteer één belangrijk woord die je hebt geleerd. Zet ook de betekenis erbij.