keuzevoorzetsels

Keuze voorzetsels betekenis
De 9 keuzevoorzetsels zijn: 
an= aan, op, bij
auf= op
hinter= achter
in= in, over
neben= naast
über= boven
unter= onder
vor= voor
zwischen=tussen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Keuze voorzetsels betekenis
De 9 keuzevoorzetsels zijn: 
an= aan, op, bij
auf= op
hinter= achter
in= in, over
neben= naast
über= boven
unter= onder
vor= voor
zwischen=tussen

Slide 1 - Slide

aan
onder
naast
achter
in
voor
boven
tussen
op
auf
über
neben
an
vor
hinter
zwischen
unter
in

Slide 2 - Drag question

Wanneer krijg je een 3e/4e naamval bij de keuzevoorzetsels? 
3e naamval
4e naamval

Slide 3 - Drag question

Wat zijn de keuzevoorzetsels?
Keuze
voorzetsels
Ander voorzetsel
an
auf
hinter
in
neben
über
unter
vor
zwischen
aus
durch
ohne
um

Slide 4 - Drag question

3e naamval
4e naamval
Keuzevoorzetsel
hinter
an
auf
unter
in
über
zwischen
vor
neben
bis
durch
gegen
für
ohne
um
aus
 bei
mit
nach
seit
von
zu

Slide 5 - Drag question

Waar staan de keuzevoorzetsels?
A
an auf hinter neben in unter
B
mit nach bei seit von zu
C
durch für ohne um gegen bis

Slide 6 - Quiz

Keuzevoorzetsel: Wanneer krijg je de 3e naamval?
A
waar
B
waar en waarheen
C
wanneer en waarheen
D
waar en wanneer

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Keuzevoorzetsels: Wanneer gebruik je de 3e of 4e naamval?

A
3e naamval: toestand 4e naamval: beweging
B
3e naamval: beweging 4e naamval: toestand

Slide 9 - Quiz

Wat moet je doen bij de keuzevoorzetsels 3e / 4e naamval?
A
beslissen of het bepaling van tijd/plaats/beweging is
B
de zin ontleden

Slide 10 - Quiz

Keuzevoorzetsel: Wanneer krijg je de 4e naamval?
A
wanneer en waarheen
B
waar en waarheen
C
waarheen/beweging

Slide 11 - Quiz

Schrijf de lidwoorden op voor de mannelijke woorden

Slide 12 - Open question

Schrijf de lidwoorden op voor de vrouwelijke woorden

Slide 13 - Open question

Schrijf de lidwoorden op voor de onzijdige woorden

Slide 14 - Open question

Schrijf de lidwoorden op voor de meervoud woorden

Slide 15 - Open question

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Das Buch liegt auf d....... Tisch (m) .


timer
0:15
A
die
B
das
C
dem
D
der

Slide 16 - Quiz

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Ich lege das Buch auf d....... Tisch (m) .


timer
0:15
A
den
B
dem
C
der
D
ddie

Slide 17 - Quiz

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

So bin ich gestern in d....... Kino (o) gegangen.


timer
0:15
A
die
B
das
C
dem
D
der

Slide 18 - Quiz

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Ich bleibe vielleicht in d........... 10. Klasse (v) sitzen.

timer
0:15
A
der
B
die
C
das
D
dem

Slide 19 - Quiz

Kun je de regels over de keuzevoorzetsels toepassen?
A
ik denk het wel
B
ik denk het niet
C
zeker weten
D
nee

Slide 20 - Quiz