leei: congruentie en incongruentie

Welkom!
Congruentie en incongruentie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom!
Congruentie en incongruentie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- weet je wat congruentie betekent 
- weet je wat incongruentie betekent
- kun je incongruentie herkennen en verbeteren


Slide 2 - Slide

Congruentie
Wat is dat? 
PV en O = zelfde getal

*Ik zijn jarig. (ik =ev, zijn=mv)
Ik ben jarig. 

Moeilijker:
Die groep bejaarden loopt/lopen altijd erg langzaam.
de groep is ev
bejaarden is mv

Slide 3 - Slide

1. Incongruentie 

1. Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aangezien. 
*De media schrijft veel onzin over deze bekende Nederlander. 
Media = mv
De media schrijven... 

Slide 4 - Slide

2. incongruentie 

Het onderwerp is enkelvoud, maar lijkt meervoud.
Uit de enquête bleek dat de meerderheid van de leerlingen tegen frisdrankautomaten waren.

- er is maar 1 meerderheid
- van de leerlingen  is weglaatbaar,
dus:
De meerderheid van de leerlingen was tegen frisdrankautomaten

Slide 5 - Slide

3. incongruentie 
3. De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen waardoor je in de war raakt. 
Je moet dus de zin goed ontleden.
*Het schijnt dat het stadsbestuur de komende jaren binnen de grachten geen nieuwe parkeerplaatsen voor auto's meer willen

1 stadsbestuur, niet meerdere: het stadsbestuur wil

Slide 6 - Slide

4. incongruentie 
4. Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien. 

Ontleed de volgende zin eens:
De kinderen werd gevraagd een boek te lezen in de vakantie. 
wg: werd gevraagd
ow:? 

Slide 7 - Slide

Het merendeel van de Nederlanders zijn volgens de krant blij met het koningshuis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie
C
beide correct

Slide 9 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 10 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

30 procent van de mensen zijn vaker ziek dan twee keer per jaar.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 11 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie?

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 12 - Quiz

Is de zin juist of onjuist?
De juistheid van de cijfers werden in twijfel getrokken door de accountant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Juist of onjuist?
Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat is incongruentie?
A
Uh, een moeilijk woord
B
Een goede afstemming tussen ow en pv
C
Een slechte afstemming tussen ow en pv
D
juist of onjuist

Slide 15 - Quiz

Ik kan nu incongruentie herkennen en verbeteren.
A
Ja, dat lukt me prima.
B
Ik vind het nog wel lastig, dus ik moet nog meer oefenen.
C
Nee, ik kies voor een flexuur Nederlands

Slide 16 - Quiz

Maak op papier een zin en combineer dit met de woorden van GG
- de helft van de aanwezigen
- een groot aantal mensen
- dit soort taalspelletjes
- drugs


Slide 17 - Slide