Spellen Blok 1 (3/3)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Terugblik (7')

Bespreek met elkaar:

• Wat is het verschil tussen de ik-vorm en de stam?
• Welke 3 kenmerken heeft een persoonsvorm?
• Welke 3 manieren hebben we om een pv in de tegenwoordige tijd te vervoegen?
• Waar moet je extra goed op letten bij het vervoegen?

Klaar? Bedenk een zin met het werkwoord 'vinden' in de t.t., derde persoon enkelvoud!

0

Wat is de stam van het werkwoord ''reizen''?

1. reiz-
2. reis-

Geef aan welke zin hoort bij de kenmerken: enkelvoud, derde persoon, verleden tijd.

1. Ik ga in de zomer naar Frankrijk.
2. We gingen in de zomer naar Frankrijk.
3. Hij ging in de zomer naar Frankrijk.
4. Zij gaat in de zomer naar Frankrijk.

Ik ben benieuwd hoe lang hij het uithou...

1. uithoud
2. uithoudt
3. uithout

Dit zijn de spellingsregels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):

1. Ik of jij erachter: alleen de ik-vorm – (ik) loop, loop (ik), loop (jij) – (ik) vind, vind (ik), vind (jij)
2. Anders in het enkelvoud: ik-vorm + t – (jij) loopt, (hij) loopt, (zij) loopt – (jij) vindt, (hij) vindt, (zij) vind
3. In het meervoud: het hele werkwoord – (wij) lopen, (jullie) lopen, (zij) lopen – (wij) vinden, (jullie) vinden, (zij) vinden

(Worden) je nog opgenomen in de selectie van het eerste elftal?

1. Word
2. Wort
3. Wordt

Is de persoonsvorm goed of fout gespeld?

''Moedt je al die verhalen wel geloven?''

1. Goed
2. Fout

Zelf aan de slag!

- Maak opdr. 11 (blz. 29).

- Klaar? Kijk je werk na!

Had je alles goed? 

--> Maak de plusopdrachten (paars)

--> Zoek een boek op www.jeugd-

       bibliotheek.nl

Had je een paar foutjes in de opdrachten?

--> Maak de extra oefeningen (blauw)

--> Maak één van de plusopdrachten

Dictee!

Opdracht 12

Extra oefening 

1. Ik-vorm maken

2. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (1)

3. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (2)

Plusopdrachten

1. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (1)

2. Maak, om een klasgenoot te testen, 7 uitdagende en originele quizvragen over de persoonsvorm t.t. Je mag daarvoor gebruik maken van Kahoot (let op: je hebt wel een account nodig!)

-> stuur je quizvragen aan het einde van de les naar: [e-mail]

Plusopdrachten

Vergelijk verschillende soorten uitleg en geef je mening.

Op internet staat op heel veel verschillende websites werkwoordspelling uitgelegd. Zoek minstens vijf keer de uitleg en zet ze op volgorde: welke vind je het duidelijkst en welke het minst duidelijke? Leg uit waarom elke uitleg duidelijk/onduidelijk, handig/onhandig, volledig of niet is. Geef je mening zo duidelijk mogelijk.

Wat heb je de afgelopen les(sen) geleerd?