Rekenen met letters


Letter rekenen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson


Letter rekenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Producten herleid je zo:

  1. Vermenigvuldig de getallen en zet ze voorop
  2.  Zet de letters in alfabetische volgorde
  3. Laat alle keer punten weg

5x3y=
dus 
53xy=15xy

Slide 12 - Slide

Wat doe je met de getallen 3 en 5 in de situatie hieronder
3a5b
A
Optellen
B
Niets
C
Vermenigvuldigen
D
Mnr Uil roepen om hulp

Slide 13 - Quiz

Als je een som heb met variabelen mag ik dan alles met elkaar vermenigvuldigen?

Slide 14 - Open question

Met welke dingen moet je
rekening houden als je producten
neemt van variabelen met getallen?

Slide 15 - Mind map

Maak een foto van je Wordweb die je hebt gemaakt de vorige slide

Slide 16 - Open question

Bereken de volgende som
(gebruik voor kwadraten ^2)
2a5a

Slide 17 - Open question

Sommaties van variabelen
  • variabelen bij elkaar optellen mag alleen wanneer ze hetzelfde zijn
  • VB. a + a + a = 3a maar a+ a+ b+ a +2b + 2a= 5a+3b je mag de a en de b niet samen voegen


                                                                                            zo werkt het ook met variabelen


74+34=104=40
7a+3a=10a=10a

Slide 18 - Slide

Wat is het juiste antwoord van de volgende som

4a3b2a
A
24ab
B
24a2b
C
12a2b
D
24a2b

Slide 19 - Quiz

Welke uitspraak/uitspraken is/zijn waar?
A
alle variabelen mag ik bij elkaar nemen
B
alleen dezelfde variabelen mag ik optellen
C
variabelen kan je niet optellen
D
variabelen optellen werkt eigenlijk hetzelfde als met getallen

Slide 20 - Quiz

bereken de volgende som

9a+5a7b

Slide 21 - Open question

bereken de volgende som
20a+3b-2c-27a

Slide 22 - Open question

quotiënten optellen 
                             je telt dus de tellers bij elkaar op


net als bij normale breuken alleen gelijknamige breuken optellen anders eerst gelijknamig maken
a1+a7=a8
breuken optellen
a1+21=2a2+2aa=2a2+a
x 2
x 2
x a
x a

Slide 23 - Slide

Herleid de volgende breuk
3a+a2
A
3aa2+6
B
3a2a
C
32+1
D
3a22

Slide 24 - Quiz

Herleid de volgende breuk
a3+a+3b2
A
3ab5+a
B
3ab9ab+2a
C
3ab2a+3ab+9b
D
2ab3ab+6b

Slide 25 - Quiz

Het product van een breuk
Breuken vermenigvuldigen =

VB.
  
                                       want 
noemernoemertellerteller
2b3ab3=2b29a
33a=9a
2bb=2b2

Slide 26 - Slide

als we twee breuken met elkaar vermenigvuldigen wat doen we dan?

Slide 27 - Open question

Bereken de volgende som
a3b2

Slide 28 - Open question

Was deze les nuttig voor jouw?
Jazeker, bedankt
Ja, het was een fijne herhaling
duurde te lang
Nee ik wist alles al
geen idee

Slide 29 - Poll