Herhalen: Rekenen met letters

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Wat gaan we doen?

Letter rekenen

Huiswerk: Maken 13, 14, 16, 17, 18, 21, 22, 24 en 25.

Producten herleid je zo:

1. Vermenigvuldig de getallen en zet ze voorop
2.  Zet de letters in alfabetische volgorde
3. Laat alle keer punten weg

−5x⋅−3y=

dus 

−5⋅−3⋅x⋅y=15xy

Wat doe je met de getallen 3 en 5 in de situatie hieronder

3a⋅5b

1. Optellen
2. Niets
3. Vermenigvuldigen
4. Mr Uil roepen om hulp

Als je een opgave hebt met variabelen mag je dan alles met elkaar vermenigvuldigen?

Met welke dingen moet je
rekening houden als je producten
neemt van variabelen met getallen?

Herleid de volgende opgave
(gebruik voor kwadraten ^2)

−2a⋅5⋅a

Wat is het juiste antwoord als je dit moet herleiden

−4⋅a⋅3⋅b⋅2⋅a

1. −24ab
2. −24a​2​​b
3. 12a​2​​b
4. 24a​2​​b

Sommaties van variabelen

• variabelen bij elkaar optellen mag alleen wanneer ze hetzelfde zijn
• VB. a + a + a = 3a maar a+ a+ b+ a +2b + 2a= 5a+3b je mag de a en de b niet samen voegen

                                                                                            zo werkt het ook met variabelen

7⋅4+3⋅4=10⋅4=40

7⋅a+3⋅a=10⋅a=10a

Als je een opgave hebt met variabelen mag je dan alles bij elkaar optellen?

Welke uitspraak/uitspraken is/zijn waar?

1. alle variabelen mag ik bij elkaar nemen
2. alleen dezelfde variabelen mag ik optellen
3. variabelen kan je niet optellen

Herleid de volgende som

9a+5a−7b

Herleid de volgende som
20a+3b-2c-27a