This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
H2 Ontvangen en begeleiden van klant
Slide 1 - Slide
Wat betekent etiquette?
A
Bedanken van mensen die iets goed hebben gedaan.
B
Fooi geven wanneer je goed behandeld bent.
C
Gebruikelijke bleefdheidsregels en omgangsvormen.
D
Manier waarop je opgevoed ben.
Slide 2 - Quiz
Wat betekent etiquette?
A
Bedanken van mensen die iets goed hebben gedaan.
B
Fooi geven wanneer je goed behandeld bent.
C
Gebruikelijke beleefdheidsregels en omgangsvormen.
D
Manier waarop je opgevoed ben.
Slide 3 - Quiz
Wanneer is volgens de etiquetteregels iemand goed gekleed? Wanneer de kleding past bij....
A
de persoonlijkheid.
B
de persoonlijkheid, het uiterlijk en de leeftijd.
C
de gelegenheid.
D
gelegenheid, persoonlijkheid uiterlijk en leeftijd.
Slide 4 - Quiz
Een bezoeker mag bij ontvangt door de reatilmedewerker nooit getutoyeerd worden. Wat betekent getutoyeerd?
A
Aangesproken met ‘jij’.
B
Bekritiseerd.
C
Genegeerd.
D
Uitgescholden.
Slide 5 - Quiz
Welk van onderstaande vragen is GEEN voorbeeld van small talk?
A
Heeft u het makkelijk kunnen vinden?
B
Heeft u uw auto kunnen parkeren?
C
Bent u hier al vaker geweest?
D
Met wie heeft u een afspraak?
Slide 6 - Quiz
De chat van een hip strandfeest heeft als opening: ‘Hé, tof dat je er bent! Waar kan ik je mee helpen?’ Van welke ontvangst is in bovenstaand voorbeeld sprake?
A
Persoonlijke ontvangst
B
Telefonische ontvangst
C
Schriftelijke ontvangst
D
Digitale ontvangst
Slide 7 - Quiz
Uit welke onderdelen bestaat het succesvol aanspreken van een klant?
A
Verbaal en non-verbaal begroeten, oogcontact en glimlach.
B
Begroeten door het geven van een hand en een glimlach.
C
Begroeten door het geven van drie zoenen en oogcontact.
D
Begroeten door het geven van een hand, oogcontact en glimlach.
Slide 8 - Quiz
Welke van onderstaande zaken horen NIET bij een representatieve buitenkant van de ontvangstruimte?
A
De stoep is aangeveegd.
B
De ramen zijn gelapt.
C
De parkeerplaatsen zijn netjes en schoon.
D
Alle medewerkers dragen bedrijfskleding.
Slide 9 - Quiz
Welke reactie op een klacht kun je het beste geven?
A
Inderdaad, als je de gebruiksaanwijzing niet begrijpt, heb je niks aan dit spul.
B
Inderdaad, mijn collega moet nog veel leren.
C
Inderdaad, Sextex tv’s zijn Chinese prullaria.
D
Inderdaad, we gaan even de klacht noteren.
Slide 10 - Quiz
Wat geeft de klagende klant een goed gevoel?
A
Dat de klacht meteen wordt opgelost.
B
Dat de klacht serieus in behandeling wordt genomen.
C
Dat er een aparte klachtenafhandeling is.
D
Dat hij/zij meteen het geld terugkrijgt.
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je het op verschillende manieren ontvangen van de klant?