Les 3. 19.5 en 19.6 en 19.11

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Het antwoord op de vorige vraag is... (2p)

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Verklaar het optreden van een tekort aan rode bloedcellen. (1p)

Slide 5 - Open question

Doel
Je kunt interactieschema's maken én met betrekking tot glucose homeostase én bijnierhormonen. Je kunt inschatten  wat de symptomen zijn bij verstoring van de regeling (door ziekte/medicijnen)

Je kunt beoordelen of hormonen en delen van het zenuwstelsel synergistisch of antagonistisch werken.

toepassen positieve- / negatieve terugkoppeling, werking steroid vs peptide en tyrosine hormonen

Slide 6 - Slide

Diabetes
Wie kent er iemand met diabetes?


Wat kun je er over vertellen?

Slide 7 - Slide

Type 1:

  • De alvleesklier maakt geen insuline.

  • Type 1 komt meestal voor bij kinderen en jonge pubers.
Type 2:

  • Insuline wordt wel gemaakt, maar het lichaam is er ongevoelig voor.

  • Mensen met overgewicht hebben een grotere kans op diabetes type 2.

Slide 8 - Slide

- wat is volgens jou homeostase?
- homeostase is het gevolg van positieve- / negatieve terugkoppeling?
- waarvoor wordt glucose gebruikt?

Slide 9 - Open question

Homeostase glucose: Alvleesklier
Alvleesklier

Exocriene klier: verteringsenzymen naar
twaalfvingerige darm
Endocriene klier: insuline en glucagon in de
Eilandjes van Langerhans

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

mono- / polysacharide (B67)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 15 - Drag question

Is er bij de glucose-homeostase sprake van positieve of negatieve terugkoppeling?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Beiden

Slide 16 - Quiz

Hendrik heeft diabetes type 1, welke klachten verwacht je?

Slide 17 - Open question

Vaak plassen en dorst?
Door de hoge bloedsuikerspiegel is de osmotische waarde van het bloed erg hoog. Hierdoor onttrekt het bloed veel water (= o.a. droge mond). De hoge glucoseconcentratie + de hogere bloeddruk leidt tot meer urinevorming (= meer plassen). Meer urinevorming leidt tot waterverlies (= meer dorst). 

Slide 18 - Slide

Een diabetes patiënt kan een hypo (te lage bloedsuikerspiegel) of een hyper (te hoge bloedsuikerspiegel krijgen. Bij beiden is vermoeidheid één van de symptomen. Leg dit uit.

Slide 19 - Open question

Diabetes / suikerziekte

Slide 20 - Slide

Zwangerschapsdiabetes
Treedt op tijdens de zwangerschap tussen week 24 en 28

Hogere glucosegehaltes tijdens de zwangerschap worden normaliter gecompenseerd door hogere insulinegehaltes. Bij zwangerschapsdiabetes niet. 

Grotere kans van ontstaan bij iemand die diabetes type II of overgewicht

Slide 21 - Slide

Er is nog een hormoon die glycogeen kan omzetten naar glucose. Welke?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Antagonisten/Synergisten
antagonisten: tegengestelde werking (denk aan spieren)
synergisten: elkaar versterkende werking

antagonist of synergist mbt glucose homeostase?
adrenaline en glucagon 
glucagon en insuline
cortisol en insuline

Slide 25 - Slide

Cortisol
Aanzetten gluconeogenese

Remming glucosegebruik

Ontstekingsremmer

Slide 26 - Slide

Maak, mbv binas 89 een interactieschema voor de regulatie van cortisol-concentraties. Is hier sprake van positieve of negatieve terugkoppeling?

Slide 27 - Open question

Huiswerk
Toetsvragen 19.5 en 6
Moeilijk? Ook oefenvragen 19.5 en 19.11 maken

Slide 28 - Slide