klas 2, bezittelijk voornaamwoord

Aujourd'hui
- Vragen over PWW1
- Uitleg bezittelijk voornaamwoord
- oefeningen bij bezittelijk voornaamwoord

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aujourd'hui
- Vragen over PWW1
- Uitleg bezittelijk voornaamwoord
- oefeningen bij bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Wat zou masculin kunnen betekenen?
A
vrouwelijk
B
mannelijk
C
meervoud

Slide 2 - Quiz

Zou féminin kunnen betekenen?
A
vrouwelijk
B
mannelijk
C
meervoud

Slide 3 - Quiz

Welk woord zou dan meervoud betekenen?
A
masculin
B
féminin
C
pluriel

Slide 4 - Quiz

Weet je nog aan welke lidwoorden je vrouwelijke en mannelijke woorden herkent?

Slide 5 - Mind map

Masculin
Féminin
Pluriel
le voyage
les vacances
la rentrée
la piscine
le pays
le château
la montagne
la soeur
les parents
les filles
les garçons

Slide 6 - Drag question

uitleg bezittelijk vnw

Slide 7 - Slide

De volgende vragen gaan over de bezittelijke voornaamwoorden!
Let op:  Als een vrouwelijk woord in het ENKELVOUD begint met een klinker / h gebruik dan: mon ton of son.

Slide 8 - Slide

J'ai un frère. ____frère s'appelle Adam.
A
Ma
B
Mon
C
Mes
D
Ton

Slide 9 - Quiz

(mijn)____ parents sont très sympa.
A
Mon
B
Ta
C
Mes
D
Tes

Slide 10 - Quiz

Elle a aussi un frère. (Haar)____ frère s'appelle Nico
A
Sa
B
Son
C
Ta
D
Ton

Slide 11 - Quiz

Let op: er blijven 2 woordjes over!
1. (Onze) _______ chien est petit.
2. (Jullie) _______ chats sont méchants.
3. (Hun) _________ appartement est très cool. 
4. (Onze) _________ copains s'appellent Eva et Thomas.
nos
vos
notre
leur
votre
leurs

Slide 12 - Drag question

Devoirs:
  •  faire: exercice 30D +31D blz 47+48
  • apprendre: bron A + B  CH 2 p 88

Slide 13 - Slide

Wat is jou bijgebleven van deze les?

Slide 14 - Open question