2.1 Warmte en temperatuur

Terugblik
Wat hebben we de vorige keer geleerd?
Wat weet je al van deze les?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Terugblik
Wat hebben we de vorige keer geleerd?
Wat weet je al van deze les?

Slide 1 - Slide

Warmte

Slide 2 - Mind map

Introductie
Wat gaan we vandaag leren?
Wat verwachten we van deze les?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je leert wat het verschil is tussen warmte en temperatuur.
Ik kan een thermometer aflezen.
Ik kan het meetbereik en de nauwkeurigheid van een thermometer bepalen.
Ik kan uitleggen waarom je metaal kunt smeden bij een temperatuur lager dan het smeltpunt van het metaal.

Slide 4 - Slide

Instructie
Uitleg van de les
Vragen stellen, voorbeelden geven

Slide 5 - Slide

Warmte en temperatuur
Warmte is een vorm van energie.

Als er warmte vrij komt stijgt de temperatuur.
De temperatuur geeft aan hoe warm of koud het is.

Slide 6 - Slide

Belangrijk om te onthouden
Kokend water = 100 graden Celsius
Smeltend ijs = 0 graden Celsius
Kamertemperatuur = 20 graden Celsius

Slide 7 - Slide

Temperatuur meten
Temperatuur meet je met een thermometer.

Je kan een digitale of een vloeistof thermometer gebruiken

Slide 8 - Slide

Digitale thermometer


Je kan de temperatuur aflezen op het scherm

Slide 9 - Slide

Vloeistof thermometer

Een vloeistof thermometer bestaat uit 
- het reservoir
- de stijgbuis
- de schaalverdeling

Slide 10 - Slide

Meetbereik
De hoogste en laagste temperatuur op een thermometer geven het meetbereik aan.

Slide 11 - Slide

Nauwkeurigheid
De kleinste stap die je kan aflezen is de nauwkeurigheid.

Een koortsthermometer is heel nauwkeurig.
Een buitenthermometer is minder nauwkeurig.

Slide 12 - Slide

Inoefenen
Samen oefenen
Samen kijken of we het allemaal snappen

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
Zelf gaan oefenen
We zitten op op onze plaats
Je mag de buurman helpen

Slide 14 - Slide

Reflectie
Wat hebben we geleerd?
Wat ging goed?
Wat ging minder goed?
Wat wil je beter doen?

Slide 15 - Slide