Les 5: Voorzieningen.

Voorzieningen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Voorzieningen

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
korte herhaling
uitleg voorzieningen
Aan de slag PO
herhaling

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les...
  1. Weet je wat een voorziening is en het verschil tussen dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen. 
  2. Weet je wat een verzorgingsgebied en verzorgingscentrum is. 
  3. Je weet wat het verzorgingsniveau is en kan hier onderscheid maken tussen lokale, regionale en nationale schaal. 

Slide 3 - Slide

Korte herhaling

Slide 4 - Slide

Wat zijn locatiefactoren?
A
Dat zijn fabrieken met steenkool.
B
Voordelen van bedrijven die dicht bij elkaar zitten.
C
Dat zijn groepen mensen die producten kopen.
D
Redenen waarom een bedrijf zich op een plek wil vestigen.

Slide 5 - Quiz

Wanneer is een bedrijf grondstof gebonden?
A
Bedrijven die dicht bij hun grondstof willen zitten.
B
Bedrijven die een plek zoeken bij hun afzetmarkt.
C
Bedrijven in de lichte industrie.
D
De tertiaire sector.

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen backwash en spreadeffecten?

Slide 7 - Slide

B213 Voorzieningen =
Een gebouw of ruimte waarin een nuttige of vermakelijke activiteit kan plaatsvinden.

Dagelijkse voorzieningen.

Gespecialiseerde voorzieningen .

Slide 8 - Slide

timer
1:00
Dagelijkse voorzieningen

Slide 9 - Mind map

timer
1:00
Gespecialiseerde voorzieningen

Slide 10 - Mind map

B213: Voorzieningsniveau. Wat heeft meer voorzieningen?
A
Dorp
B
Stad

Slide 11 - Quiz

Verzorgingsgebied en verzorgingscentrum

Slide 12 - Slide

Verzorgingsniveau
Het aantal en specialisatie van de voorzieningen. 

Niet alle steden zijn gelijk...

Slide 13 - Slide

Amsterdam 
Gouda

Slide 14 - Slide

Regionale schaal
Lokale schaal
Nationale schaal
Maastricht
Hilversum
Utrecht

Slide 15 - Drag question

Aan de slag met het PO

Slide 16 - Slide

Herhalingsvragen.

Slide 17 - Slide


A
dagelijkse voorziening
B
Gespecialiseerde voorziening

Slide 18 - Quiz


A
dagelijkse voorziening
B
gespecialiseerde voorziening

Slide 19 - Quiz


A
dagelijkse voorziening
B
gespecialiseerde voorziening

Slide 20 - Quiz


A
dagelijkse voorziening
B
gespecialiseerde voorziening

Slide 21 - Quiz

Het verzorgingsgebied =
A
De centrale stad met veel (stedelijke)voorzieningen.
B
Het aantal en de specialisatie van de voorzieningen van een plaats.
C
Het gebied rond de stad dat is aangewezen voor de stedelijke voorzieningen op die stad.
D
De maximale afstand die mensen willen reizen om van een voorziening gebruik te maken.

Slide 22 - Quiz

Het verzorgingscentrum =
A
De centrale stad met veel (stedelijke)voorzieningen.
B
Het aantal en de specialisatie van de voorzieningen van een plaats.
C
Het gebied rond de stad dat is aangewezen voor de stedelijke voorzieningen op die stad.
D
De maximale afstand die mensen willen reizen om van een voorziening gebruik te maken.

Slide 23 - Quiz

Het verzorgingsniveau =
A
De centrale stad met veel (stedelijke)voorzieningen.
B
Het aantal en de specialisatie van de voorzieningen van een plaats.
C
Het gebied rond de stad dat is aangewezen voor de stedelijke voorzieningen op die stad.
D
De maximale afstand die mensen willen reizen om van een voorziening gebruik te maken.

Slide 24 - Quiz

Een kleine stad zoals Venlo heeft een verzorgingsniveau op....
A
Lokale schaal
B
Nationale schaal.
C
Regionale schaal

Slide 25 - Quiz