4.1 Oranismen ordenen

4.1 Organismen ordenen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1 Organismen ordenen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Uitleg opdracht
15 min uitleg
Opdracht maken

Slide 2 - Slide

Opdracht van dit thema
Aan het einde van dit thema lever je een map in met allemaal opdrachten (deze map moet je zelf kopen 4 euro)

Na elke les ga je dit mapje aanvullen met de opdracht van de basisstof of met het practicum

Hiervoor krijg je een cijfer (dus er komt geen toets!)

Slide 3 - Slide

Ordenen
  • Ordenen = het indelen in groepen op basis van gemeenschappelijke kenmerken
  • We ordenen heel veel!

Slide 4 - Slide

Indelen in groepen

Slide 5 - Slide

Kenmerken
Aantal cellen
Aanwezigheid van celkernen
Aanwezigheid van celwanden
Aanwezigheid van bladgroenkorrels
Relatieve grootte

Slide 6 - Slide

Aantal cellen
Eencellig en meercellig

Eencellig: Bacteriën zijn eencellig, maar planten, schimmels en dieren kunnen ook eencellig zijn
Meercellig: Cellen met verschillende bouw en functie, organen

Slide 7 - Slide

Aanwezigheid celkernen

Schimmels, planten en dieren hebben ALTIJD een celkern. 
Bacteriën NOOIT



Slide 8 - Slide

Aanwezigheid van celwanden
Dieren zijn de enige die geen celwand hebben, 
schimmels, bacteriën en planten hebben wel 1

Slide 9 - Slide

Aanwezigheid van bladgroenkorrels


ALLEEN bij planten 
Hierin vindt de fotosynthese plaats

Slide 10 - Slide

Relatieve grootte
Bacterie cellen zijn veel kleiner dan de meeste cellen van schimmels, planten en dieren. 


Slide 11 - Slide

Indelen in groepen

Slide 12 - Slide

Indeling van organismen
rijk 
stam
klasse
orde
familie
geslacht
soort

Slide 13 - Slide

Indelen in groepen

De vier rijken zijn bacteriën, schimmels, planten en dieren

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Proefje met mosselen
Dieren is 1 van de 4 rijken. Maar alle dieren worden ook weer onderverdeeld in verschillende groepen. (blz 248!!)
Bij dieren kijk je of ze een symmetrie hebben (niet symmetrisch, tweezijdig en veelzijdig)
Wat voor skelet ze hebben (inwendig of uitwendig)
Waar ze leven (Land of zee)
Wij verdelen dieren in 7 groepen (blz 250)
Bij welke stam hoort de mossel?

Slide 16 - Slide

Practicum (blz 278)
Je mag in tweetallen werken

Aan het einde van het practicum heb je 3 tekeningen (per groepje)

Je gaat de stappen in het boek bij langs om het practicum uit te voeren. Als je vragen hebt steek je je vingen op dan kom ik langs

Slide 17 - Slide

4.1 Wat ga je doen
Opdracht 1: Teken de cellen van de 4 rijken volgens de tekenregels, benoem de belangrijkste onderdelen


Slide 18 - Slide

4.1 Wat ga je doen
Opdracht 1: Teken de cellen van de 4 rijken volgens de tekenregels, benoem de belangrijkste onderdelen

Opdracht 2: Kies een gewerveld of geleedpotig dier (blz 256 – 260) en bepaalt tot welk rijk, stam etc. hoort. Per niveau geef 3 extra groepen die erbij horen. Behalve bij: Stammen (8) en bij Klasse (4)

Slide 19 - Slide

Tekenregels
Altijd met potlood
Lijnen met liniaal 
Schematisch 

Slide 20 - Slide