This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Opkomen voor jezelf
Slide 1 - Slide
Lesdoel
In deze les:
Leren we wat opkomen voor jezelf inhoudt.
Leren we wat assertiviteit is.
Oefenen we met grenzen aangeven.
Slide 2 - Slide
Opkomen voor jezelf
Slide 3 - Mind map
Opkomen voor jezelf
In de praktijk of in je privé zal je regelmatig in situaties komen waarbij jouw belangen en behoeften botsen met die van een ander.
In dergelijke situatie kun je op drie manieren reageren:
sub-assertief/passief
assertief
agressief
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Assertiviteit
Assertiviteit = niet over je heen laten lopen, maar doortastend optreden.
Rekening houden met:
gevoelens van anderen
eigen positie en verantwoordelijkheden
Slide 6 - Slide
Anderen negeren.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 7 - Quiz
Anderen proberen te overheersen.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 8 - Quiz
Durft initiatieven te nemen.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 9 - Quiz
Houdt zich stil, geeft niet zijn eigen mening.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 10 - Quiz
Wacht eerst af wat anderen vinden.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 11 - Quiz
Verheft in discussie en gesprekken de stem, beschuldigd anderen of begint te schreeuwen.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 12 - Quiz
Geeft zichzelf én ook anderen de ruimte om voor zichzelf op te komen.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 13 - Quiz
Vindt de eigen mening net zo belangrijk als die van een ander.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 14 - Quiz
Zegt 'ja' terwijl hij eigenlijk 'nee' wil zeggen, of geeft snel toe.
A
assertief
B
passief
C
agressief
Slide 15 - Quiz
Waarom is het belangrijk om voor jezelf op te komen?
Slide 16 - Open question
Werkvorm: grenzen aangeven
Afstand die je ten opzichte van de ander bewaart, behoort tot de non-verbale communicatie. Hierbij houd je rekening met jouw eigen gevoelens en die van een ander.
Doel: leer je eigen grens aan te geven en wordt bewust hoe dichtbij iemand in jouw zone mag komen.
Een persoon gaat tegenover de groep aan de andere kant van het lokaal staan. De docent geeft aan dat de andere leerlingen naar deze persoon toe mogen lopen en de leerling gaat zijn/haar grens aangeven door stop te zeggen. Doe dit bij iedereen. Bespreek deze verschillen.
Wat valt op? Waar ligt jouw grens? Is dit ook zo op werk/stage?