Week 10 - 2

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
1. TIPS voor de toets
2. D-toets
3. Extra uitleg










.


Slide 2 - Slide

SO: het werkwoord gustar!
VOLGENDE MAANDAG 
11-11-2024: SO! 
SO heel hoofdstuk 1: 
Fuente D, E, J, K, voc. 1.4

Slide 3 - Slide

GUSTAR

Slide 4 - Slide

Gustar

Slide 5 - Slide

GUSTAR

Slide 6 - Slide

Ejercicio 28, 29a

Slide 7 - Slide

Me gusta / No me gusta

Slide 8 - Slide

¿Qué te gusta comer?

Slide 9 - Slide

¿Qué te gusta comer? 
me gusta el chocolate
me gustan las manzanas
me gustan el jamón

no me gusta el queso

Slide 10 - Slide

Huiswerk nakijken
Presente perfecto

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Presente Perfecto

Regelmatige werkwoord
werkwoord met AR: ado
 werkwoord met ER/ IR : ido

Bijvoorbeeld:
COMER
Yo he comido pizza

LEER
Ella ha leido un libro

ESTAR 
Nosotros hemos estado en España

Vergeet niet de hulpwerkwoord HABER!
Ik heb kaas gegeten*
Ik kaas gegeten
Onregelmatige werkwoord
 In plaats van de gebruikelijke -ado of -ido eindigingen, hebben onregelmatige werkwoorden in deze tijd unieke vormen.
Je moet deze werkwoorden uit je hoofd leren.

Escribir - escrito (schrijven)
Yo he escrito un email.

Ver- visto (zien)
Yo he visto una película.





Slide 14 - Slide

Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)

ETEN
Ik heb gegeten

ZIJN (ZICH BEVINDEN)
Ik ben in New York geweest

Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)

COMER
Yo he comido

ESTAR
Yo he estado en Nueva York

Slide 15 - Slide

 Presente perfecto
Persona
Verbo auxiliar
Hulp werkwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord

Haber(hebben)


Hablar(praten)

Comer(eten)

Vivir(leven/wonen)
Yo
he
hablado
comido
vivido
has
hablado
comido
vivido
Él - ella - usted
ha
hablado
comido
vivido
Nosotros -Nosotras
hemos
hablado
comido
vivido
Vosotros - Vosotras
habéis
hablado
comido
vivido
Ellos - ellas - ustedes 
han
hablado
comido
vivido

Slide 16 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨


VOORBEELD:




estar - zich bevinden

Ella ha estado en España.
Zij is in España geweest.

Slide 17 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨


VOORBEELD:




comer - eten

Yo he comido pizza
Ik heb pizza gegeten

Slide 18 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨


VOORBEELD:



ir - gaan

Nosotros hemos ido al supermercado
We zijn naar de winkel gegaan.

Slide 19 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨

LET OP: NIET VERGETEN
HE, HAS, HA, HEMOS, HABÉIS, HAN

NEDERLANDS:
Ik kaas gegeten

Ik heb kaas gegeten

OOK IN HET SPAANS!!!
Yo comido queso 

Yo he comido queso

 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld (ETEN- COMER):
Ik heb vandaag pizza gegeten
Hoy yo he comido pizza / Hoy he comido pizza.

Slide 22 - Slide

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld 2 (LEREN: APRENDER):
Ik heb nooit Japans geleerd
Nunca yo he aprendido japonés / Nunca he aprendido japonés.

Slide 23 - Slide

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN.
Bijvoorbeeld 3 (VER: zien):
Ik heb nooit de film "COCO" gezien
Nunca yo he visto la película "COCO" / Nunca he visto la película "COCO".

Slide 24 - Slide

Voltooid Tegenwoordige tijd

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
DEZE WERKWOORDEN MOET JE ONTHOUDEN!
Voorbeeld:
Abrir (openen)
Yo he abrido la puerta.

Yo he abierto la puerta.
Ik heb de deur geopend. 

Slide 25 - Slide

Frases clave - BRON E (Opdracht 16 wb)

Slide 26 - Slide