§3.6 klimaten in Nederland Spanje (1)

1.1 §3.6 klimaten in Nederland Spanje (1)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1.1 §3.6 klimaten in Nederland Spanje (1)

Slide 1 - Slide

Wat moet je kunnen/kennen?
  • Je kunt het weer in Nederland en Spanje beschrijven 

  • Je kunt de klimaten in Nederland en Spanje beschrijven 

Slide 2 - Slide

Weer 
Klimaat 
We gaan elk jaar naar Spanje op vakantie, want daar schijnt de zon. 
In de winter kun je vaak schaatsen op de vijver. 
In Zeeland schijnt de zon veel vaker dan in Drenthe
Aan het eind van de middag kan het gaan regenen. 
Vanwege de vele buien was het gisteren rustig op de markt. 

Slide 3 - Drag question

Klimaat Nederland
Gematigd zeeklimaat:
  • koele zomers
  • zachte winters
  • neerslag in alle seizoenen

Waardoor komt dit?
hoge breedteligging
Noordzee
aardoppervlak
westenwinden
vochtige zuidwestenwind

Slide 4 - Slide

Klimaat Spanje
Spanje telt vijf klimaten:
  •  Gematigd zeeklimaat
  •  Landklimaat
  •  Steppeklimaat
  •  Hooggebergteklimaat
  •  Middellandse Zeeklimaat


Waardoor komt dit?
lage breedteligging
hoogteligging (Pyreneeën)
weinig invloed van de zee
wind
weinig neerslag


Slide 5 - Slide

 gematigd zeeklimaat
  • Koele zomers, 
  • zachte winters
  • Hele jaar neerslag

Slide 6 - Slide

Middellands zeeklimaat
  • geen grote temperatuur-schommelingen
  • Droog in de zomer
  •  veel toerisme
  • permanente vestiging buitenlanders

Slide 7 - Slide

 landklimaat
  • niet meer dan 500 mm neerslag per jaar
  • veel verdamping in zomer
  • steppenlandschap
problemen door droogte:
  • bosbranden
  • watertekort landbouw en steden
  • verwoestijning

Slide 8 - Slide

hooggebergte
klimaat
  • koud, veel neerslag
  • in de hoogste bergketens van Spanje


Slide 9 - Slide

 Steppeklimaat
  • maximaal 400 millimeter neerslag per jaar 
  • zuidoosten van Spanje

Slide 10 - Slide

Aan het werk
  • Lees §3.6 blz. 147 door!
   
  • Check eerst of je alles begrijpt

  • Maak §3.6 vraag 1 en 2

Slide 11 - Slide