Week 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Toetsvoorbereiding

Voor de toets kan jij:

- bepalen of je een trema, apostrof of cedille moet gebruiken

- bepalen of je een 

- getallen correct schrijven in cijfers en in letters

Klaar?

- lezen

Vandaag:

- zelfstandig werken oefentoetsen + werkboekje spelling

Je legt klaar:

- iPad 

- Nieuw Nederlands

- werkschrift

Spelling H1, H2, H3 afmaken en nakijken

Oefentoetsen: deeltoetsen per hoofdstuk

Werkboekje spelling

Fictie: je leest verder in je boek + mindmap

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

HOE ZIET DE TOETS ERUIT?

12 woorden: plaatsen van een trema/apostrof/cedille. (Spelling H1)

15 woorden: correct spellen van woorden uit de woorddictees. (Spelling H1&H2&H3 opdracht. 6)

10 zinnen: juiste werkwoordsvorm kiezen en daarna de juiste spelling.

4 zinnen: met of zonder -n. (Spelling H2)

2 zinnen: overschrijven met juist gespelde cijfers/getallen, wel of niet in woorden. (Spelling H3)

4 woorden met i, ie of y.

4 woorden met au of ou.

5 woorden met meervouden.

5 woorden met ei of ij.

5 verkleinwoorden.

Woorddictee spelling H1

analyseren – communicatie – documentaire – empathie – ethiek – experiment – expert – interview – kanttekeningen – kwetsbaar – misbruik – nauwgezet – neiging – onmiddellijk – roddelen – ruïneren – satelliet – souterrain – synoniem – verschaffen.

Woorddictee spelling H2

affiche - allesbehalve - amusant - applaudisseren - attractief - bescheiden - campagne - doorbraak - doubleren - focussen - futuristisch - introduceren - journalist - langdradige - onmiddellijk - relatief - repertoire - uitzinnig - verzadigd - voogdij.

Woorddictee spelling H3

aan de hand van – afkeer – amper – anekdote – ceremonie – commercie – confronteren – fascinerend – fotografen – hiërarchisch – hygiënisch – jacquet – met lede ogen – misstand – ontwikkelingen – openlijk – recent – schrikbarend – toereikend – toko.

Neem over en verbeter indien nodig.
Alex tvs

Neem over en verbeter indien nodig.
draaiing

Neem over en verbeter indien nodig.
kolonieen

Neem over en verbeter indien nodig.
geruineerd

Neem over en verbeter indien nodig.
francaise

Neem over en verbeter indien nodig.
soetterein

Neem over en verbeter indien nodig.
langdraadige

Neem over en verbeter indien nodig.
mistand

Werkwoordsvormen

inf	infinitief; hele werkwoord	slapen; koken
pvtt	persoonsvorm tegenwoordige tijd	slaap - slaapt - slapen (ik-vorm - ik-vorm+t - hele ww)
pvvt	persoonsvorm verleden tijd	sterk: sliep - sliepen zwak: kookte - kookten ('t ex-fokschaap)
vd	voltooid deelwoord	geslapen; gekookt (ge/be/ver & 't ex-fokschaap)
od	onvoltooid deelwoord	lachend (hele werkwoord + d)
gw	gebiedende wijs	slaap; kook (ik-vorm)
bn	bijvoeglijk naamwoord	afgebrande lachende

Karel [...] (onthouden) de [...] (afspreken) regels erg goed. TT!

Jip [...] (hebben) het probleem van de lekkage [...] (gevonden): een [...] (lekken) kraan. VT!

[...] (vertellen) mij de waarheid!

[...] (lachen) [...] (lopen) de vriendinnen over straat. VT!

Suske en Wiske hebben ... dezelfde tante.

1. beide
2. beiden

Het is algemeen bekend dat ... minder goed te been zijn.

1. oudere
2. ouderen

Een 6tal leerlingen heeft 200 koekjes gebakken en verkocht voor 10 euro per stuk.

au/ou?
Je hangt met je m...w in jam!

ei/ij?
De koeien staan rustig in de w...de.

Noteer het meervoud
kalf

Noteer het meervoud
porie

Noteer het verkleinwoord
smiley

Noteer het verkleinwoord
camping