Lezen H4 - feiten, meningen en argumenten

Paragraaf 4
Blz. 26
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 4
Blz. 26

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

- korte uitleg
- samen oefenen
- zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Slide

doelen Lezen paragraaf 4
-Ik kan feiten, meningen en argumenten herkennen en benoemen.
-Ik kan feiten, meningen en argumenten formuleren.

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Feit of mening?
Zonder geldig kaartje mag je niet reizen met het openbaar vervoer.
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quiz

Feit of mening?
'Yes, maandag begint de schoolweek weer!'
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quiz

Feit of mening?
Voor de les Nederlands neem je je leerlingenboek mee.
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Formuleer een feit over het schoolfeest.

Slide 10 - Open question

Formuleer een mening over het schoolfeest.

Slide 11 - Open question

Formuleer een argument bij je mening over het schoolfeest.

Slide 12 - Open question

Ik begrijp het verschil tussen een feit, een mening en een argument
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

zelfstandig werken
Opdracht 1 en 2 (blz. 26 en 27)
(Zie volgende dia)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video