Voorbereiding proefwerk

Wat betekent ontwikkelen?
1 / 27
next
Slide 1: Open question
HuishoudkundeSecundair onderwijs

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Wat betekent ontwikkelen?

Slide 1 - Open question

Baby Eveline (een maand oud) kan nog niet scherp zien.
A
Groeien
B
Rijpen
C
Leren

Slide 2 - Quiz

Marthe (3 j) kan nog niet zo goed op de klimmuur klimmen als haar broer (6 j). Haar benen zijn nog niet lang genoeg.
A
Groeien
B
Rijpen
C
Leren

Slide 3 - Quiz

Lisa (12j) krijgt voor het eerste haar maandstonden.
A
Groeien
B
Rijpen
C
Leren

Slide 4 - Quiz

Arno (16j) is klaar voor zijn theoretisch rijexamen voor de bromfiets.
A
Groeien
B
Rijpen
C
Leren

Slide 5 - Quiz

Innerlijk gedrag:
Fysiologische processen
Innerlijk gedrag:
Mentale processen
Hartslag, bloeddruk
verliefdheid, jaloezie

Slide 6 - Drag question

Mama leerde mij van jongs af aan om beleefd te zijn.
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 7 - Quiz

Mijn zus heeft blauwe ogen, net als ik.
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 8 - Quiz

In plaats van mijn Franse woordjes te oefenen, keek ik naar een nieuwe aflevering van mijn favoriete serie.
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 9 - Quiz

Welke levensfase?
1 woord!!!

Slide 10 - Open question

Welke leeftijd heeft het lagereschoolkind?

Slide 11 - Open question

Fysieke ontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
Socio-emotionele ontwikkeling
Sensorische ontwikkeling
Motorische ontwikkeling
Morele ontwikkeling
Seksuele ontwikkeling
Sociale ontwikkeling

Slide 12 - Drag question

Primaire opvoedingsmilieu
Secundaire opvoedingsmilieu
Tertiaire opvoedingsmilieu
Quartaire opvoedingsmilieu
Het gezin
Beroepsopvoeders
De buurt en de leefgroep
De wereld

Slide 13 - Drag question

In de agogiek bestuderen pedagogen gedragspatronen van volwassenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Is deze foto persoonsgebonden of contextgebonden?

Slide 15 - Open question

Welzijn
Welbevinden
Verwijst naar een zekere mate van materiële en immateriële tevredenheid.
Staat voor de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt.

Slide 16 - Drag question

Model van Lalonde: welke beïnvloedende factor is alcoholgebruik?
A
Biologische
B
Omgeving
C
Voorzieningen gezondheidszorg
D
Leefstijl

Slide 17 - Quiz

Ine drinkt weinig alcohol. Ze heeft van jongs af aan geleerd wat de gevolgen zijn van overmatig alcoholgebruik.
A
Hefboom/ context
B
Hefboom / competenties
C
Drempel/ context
D
Drempel/ competenties

Slide 18 - Quiz

Leg het begrip mantelzorg uit.

Slide 19 - Open question

Hoe noemt men iemand die nood heeft aan zorg en zich niet zelfstandig kan verzorgen?

Slide 20 - Open question

Bekijk de foto en beantwoord de vraag op de volgende pagina.

Slide 21 - Slide

Geef de juiste benaming voor de afbeelding:
A
Neonaten
B
Fontanellen
C
Geboortekanaal
D
Schedelplaten

Slide 22 - Quiz

Leg uit: elk kind ontwikkelt op zijn eigen tempo.

Slide 23 - Open question

De baby reageert weinig tot niet op het vertrek van de moeder.
A
Afwerende hechting
B
Veilige hechting
C
Gedesoriënteerde hechting
D
Vermijdende hechting

Slide 24 - Quiz

Geef een ander woord voor scheidingsangst

Slide 25 - Open question

Hoe noemt men dit meubel?

Slide 26 - Open question

Laat je een baby best in de kamer van de ouders slapen?
A
Nee
B
Ja, tot de leeftijd van 3 maanden.
C
Ja, tot de leeftijd van 6 maanden.
D
Ja, tot de leeftijd van 9 maanden.

Slide 27 - Quiz