Staatsrecht Hoofdstuk 1 2 3

Leg uit waarom Nederland een democratie is en wat de verkiezingen daarmee te maken heeft.
1 / 17
next
Slide 1: Open question
RechtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Leg uit waarom Nederland een democratie is en wat de verkiezingen daarmee te maken heeft.

Slide 1 - Open question

Het passief kiesrecht is het recht om........
A
je stem uit te brengen
B
je kiesbaar te stellen en eventueel gekozen worden
C
een kandidaat te kiezen
D
kamerlid te worden

Slide 2 - Quiz

Wanneer zijn verkiezingen democratisch?
Noem de 4 kenmerken.

Slide 3 - Open question

Beschrijf de rol en kenmerken
van de politieke partijen
tijdens een verkiezing

Slide 4 - Mind map

Leg uit hoe de verkiezingsuitslag wordt vertaald in Kamerzetels

Slide 5 - Open question

De Staten-Generaal heeft ........ kamerleden
A
150
B
75
C
225
D
125

Slide 6 - Quiz

Noem de twee taken van de Tweede Kamer
en Eerste Kamer





Slide 7 - Mind map

Hoe is de taakverdeling tussen de
Tweede Kamer en Eerste Kamer
in praktijk verdeeld?

Slide 8 - Open question

De Tweede Kamer wordt rechtstreeks door de kiezers gekozen.
Hoe worden de leden van de Eerste Kamer gekozen?
A
Rechtstreeks door de kiezers
B
Door de leden van de Tweede Kamer
C
Door de zittende leden van de Eerste Kamer
D
Getrapt door de volksvertegenwoordigers van de provincies

Slide 9 - Quiz

Noem 5 fractievoorzitters en
hun partij die in de Tweede Kamer zitten

Slide 10 - Mind map

Wie is de voorzitter van
de Tweede Kamer?
A
Vera Bergkamp
B
Khadija Arib
C
Vera Berghuis
D
Martin Bosma

Slide 11 - Quiz

Leg uit waarom het van belang is dat de vergaderingen van de Kamers openbaar zijn, en welke rol de pers in een democratie speelt

Slide 12 - Open question

Wie maken deel uit van het Kabinet?
A
Ministers en Minister-President
B
Minister en Staatssecretarissen
C
Koning en ministers
D
Koning en Staatssecretarissen

Slide 13 - Quiz

Wie maakt deel uit van de Regering?

Slide 14 - Open question

Benoem de verschillende fasen van een kabinetsformatie

Slide 15 - Open question

Wie staat aan het hoofd van een ministerie/departement?
A
Minister-President
B
Hoge Ambtenaar
C
Staatssecretaris
D
Minister

Slide 16 - Quiz

Leg uit wat het betekent dat de Koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk

Slide 17 - Open question