Thema 5: herhaling

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Relaties & seksualiteit

Herhaling basisstof 5.1 t/m 5.6

In deze les

Herhaling basisstof 5.1 t/m 5.6

Puberteit

Vanaf ongeveer je 12e tot je 16e jaar ben je in de puberteit. 

Je verandert van kind naar volwassene: geestelijk, sociaal en lichamelijk gebeurt er erg veel!

Functie puberteit

• Het lichaam maakt zich klaar om zich te kunnen voortplanten.
• Je gaat richting volwassen worden
• Biologische functie van een soort

Veranderingen in de puberteit

Geslachtskenmerken maken de verschillen tussen jongens en meisjes duidelijk.

Primaire geslachtskenmerken: zijn vanaf de geboorte zichtbaar.
 

- Bijvoorbeeld: piemel, schaamlippen/vagina.

Secundaire geslachtskenmerken: ontstaan in de puberteit. 

- Bijvoorbeeld: schaamhaar en borsten.

Secundaire geslachtskenmerken

- Kenmerken die later (vanaf 10 jaar) komen

- Secundair: betekent tweede

Voorbeelden man:
 

• schaamhaar
  
• Baardgroei
  
• Okselhaar
  
• Borsthaar
  
• Bredere schouders
  
• Zware stem
  

Secundaire geslachtskenmerken

Voorbeelden vrouw:

• Borstgroei
  
• Schaamhaar
  
• Okselhaar
  
• Bredere heupen
  
• Menstruatie

Voortplantingsstelsel van de man

Zaadcellen

Zaadcellen en zaadvocht samen,

heet sperma. 

Een jongen is vruchtbaar na zijn eerste zaadlozing.

Zaadcellen

Zaadcellen worden dus gemaakt door de teelballen, het zijn de mannelijke geslachtscellen. 

Zaadcellen hebben een zweepstaart, waarmee ze zich voortbewegen.

Zie de afbeelding hiernaast.

Een man kan tot hij heel oud is nog zaadcellen maken.

Samenvatting

- Teelballen: vormen zaadcellen

- Bijballen: tijdelijk opslaan van zaadcellen

- Zaadleiders: zaadcellen vervoeren

- Zaadblaasjes: vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toevoegen

- Prostaat: Voegt vocht toe aan de zaadcellen

- Urinebuis: vervoert urine en sperma

Hoe heten de kenmerken die al vanaf de geboorte aanwezig zijn?

1. Secundaire geslachtskenmerken
2. Primaire geslachtskenmerken
3. Hormonen
4. Tertiaire geslachtskenmerken

Ontstaan secundaire geslachtskenmerken in de puberteit?

1. ja
2. nee

Wat klopt er niet?

1. Je wordt geboren met primaire geslachtskenmerken
2. primaire geslachtskenmerken krijg je in de puberteit
3. een secundair geslachtskenmerk is baardhaar
4. vagina en de penis zijn primaire geslachtskenmerken

Penis en balzak

1. zijn primaire geslachtskenmerken
2. zijn secundaire geslachtskenmerken

Juist of onjuist

Het hebben van schaamhaar en okselhaar zijn secundaire geslachtskenmerken.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe noemen we deel 4?

1. voorhuid
2. teelbal
3. eikel
4. penis

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 1?

1. Prostaat
2. Zaadleider
3. Urinebuis
4. Teelbal

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 8?

1. Prostaat
2. Zaadleider
3. Balzak
4. Teelbal

Wat wordt er in de teelballen gemaakt

1. zaadcellen
2. sperma
3. vocht uit de prostaat
4. spermacellen

welk onderdeel hoort niet bij het mannelijke voortplantingsstelsel?

1. zaadleider
2. bijbal
3. endeldarm
4. Prostaat

Vier delen van het voortplantingsstelsel van een man zijn: de eikel, de urinebuis, de zaadleider en het zwellichaam.
Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?

1. eikel
2. urinebuis
3. zaadleider
4. zwellichaam

Noem twee voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken bij meisjes

Kim zit niet lekker in haar vel en wordt erg snel boos als haar ouders iets aan haar vragen. Welke verandering vindt hier plaats?

1. Lichamelijke verandering
2. Geestelijke verandering
3. Sociale verandering
4. Emotionele verandering

Schaamlippen bij een meisje zijn

1. Primair geslachtskenmerk
2. Secundair geslachtskenmerk

De ontwikkeling van borsten bij een meisje noemen we

1. Primaire geslachtskenmerken
2. Secundaire geslachtskenmerken

Hoe noem je de stof die allerlei processen in het lichaam regelt?

1. Wormen
2. Demonen
3. Hormonen
4. Ovulatie

Met welk nummer wordt de eierstok ?

1. nr 2
2. nr 3
3. nr 4
4. nr 1

Met welke letter wordt het deel aangegeven dat zorgt voor het fijne gevoel tijdens het vrijen/aanraking?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 5

Tampon

Menstruatiecup

Maandverband

Deze afbeelding gaat over de volgende 2 vragen

Bekijk de afbeelding
Op welke dagen heeft deze vrouw haar menstruatie?

Bekijk de afbeelding
Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar?
leg je antwoord uit

Met wie ga je om...

Met wie je omgaat en hoe je met anderen omgaat, hangt af van waarden en normen.

- Waarden geven aan wat je belangrijk vindt, bijvoorbeeld ‘eerlijkheid’.

- Normen geven aan wat je dan wel of juist niet doet, bijvoorbeeld ‘liegen’.

Soorten liefdes relaties

Heteroseksueel: jongens vallen op meisjes en meisjes op jongens.

Homoseksueel: jongens vallen op jongens (homo) en meisjes op meisjes (lesbisch).

Biseksueel: je valt op meisjes én op jongens.

Verschillende relaties

- Liefdesrelatie

- Persoonlijke relatie

- Zakelijke relatie

- Bij relaties horen

verplichtingen

en bepaalde omgang

met elkaar