Thema 5: 5.1 en 5.2

Relaties & seksualiteit
basisstof 5.1 en 5.2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Relaties & seksualiteit
basisstof 5.1 en 5.2

Slide 1 - Slide

In deze les

Herhaling basisstof 5.1 en 5.2

Huiswerk/maakwerk

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Puberteit
Vanaf ongeveer je 12e tot je 16e jaar ben je in de puberteit. 
Je verandert van kind naar volwassene: geestelijk, sociaal en lichamelijk gebeurt er erg veel!

Slide 4 - Slide

Functie puberteit
  • Het lichaam maakt zich klaar om zich te kunnen voortplanten.
  • Je gaat richting volwassen worden
  • Biologische functie van een soort


Slide 5 - Slide

Veranderingen in de puberteit
Geslachtskenmerken maken de verschillen tussen jongens en meisjes duidelijk.

Primaire geslachtskenmerken: zijn vanaf de geboorte zichtbaar.
 
- Bijvoorbeeld: piemel, schaamlippen/vagina.

Secundaire geslachtskenmerken: ontstaan in de puberteit. 
- Bijvoorbeeld: schaamhaar en borsten.

Slide 6 - Slide

Secundaire geslachtskenmerken
- Kenmerken die later (vanaf 10 jaar) komen
- Secundair: betekent tweede

Voorbeelden man:
 
  • schaamhaar
  • Baardgroei
  • Okselhaar
  • Borsthaar
  • Bredere schouders
  • Zware stem

Slide 7 - Slide

Secundaire geslachtskenmerken
Voorbeelden vrouw:
  • Borstgroei
  • Schaamhaar
  • Okselhaar
  • Bredere heupen
  • Menstruatie

Slide 8 - Slide

Voortplantingsstelsel van de man

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Zaadcellen
Zaadcellen worden dus gemaakt door de teelballen, het zijn de mannelijke geslachtscellen. 
Zaadcellen hebben een zweepstaart, waarmee ze zich voortbewegen.
Zie de afbeelding hiernaast.
Een man kan tot hij heel oud is nog zaadcellen maken.

Slide 11 - Slide

Zaadcellen
Zaadcellen en zaadvocht samen,
heet sperma

Een jongen is vruchtbaar na zijn eerste zaadlozing.

Slide 12 - Slide

Samenvatting
- Teelballen: vormen zaadcellen
- Bijballen: tijdelijk opslaan van zaadcellen
- Zaadleiders: zaadcellen vervoeren
- Zaadblaasjes: vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toevoegen
- Prostaat: Voegt vocht toe aan de zaadcellen
- Urinebuis: vervoert urine en sperma

Slide 13 - Slide

Hoe heten de kenmerken die al vanaf de geboorte aanwezig zijn?
A
Secundaire geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken
C
Hormonen
D
Tertiaire geslachtskenmerken

Slide 14 - Quiz

Ontstaan secundaire geslachtskenmerken in de puberteit?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Wat klopt er niet?
A
Je wordt geboren met primaire geslachtskenmerken
B
primaire geslachtskenmerken krijg je in de puberteit
C
een secundair geslachtskenmerk is baardhaar
D
vagina en de penis zijn primaire geslachtskenmerken

Slide 16 - Quiz

Penis en balzak
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 17 - Quiz

Juist of onjuist

Het hebben van schaamhaar en okselhaar zijn secundaire geslachtskenmerken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we deel 4?
A
voorhuid
B
teelbal
C
eikel
D
penis

Slide 19 - Quiz

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 1?
A
Prostaat
B
Zaadleider
C
Urinebuis
D
Teelbal

Slide 20 - Quiz

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 8?
A
Prostaat
B
Zaadleider
C
Balzak
D
Teelbal

Slide 21 - Quiz

Wat wordt er in de teelballen gemaakt
A
zaadcellen
B
sperma
C
vocht uit de prostaat
D
spermacellen

Slide 22 - Quiz

welk onderdeel hoort niet bij het mannelijke voortplantingsstelsel?
A
zaadleider
B
bijbal
C
endeldarm
D
Prostaat

Slide 23 - Quiz

Vier delen van het voortplantingsstelsel van een man zijn: de eikel, de urinebuis, de zaadleider en het zwellichaam.
Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?
A
eikel
B
urinebuis
C
zaadleider
D
zwellichaam

Slide 24 - Quiz

En nu?
Bespreken opdrachten van de vorig keer (stencil)

(AF) MAKEN BASISSTOF 1 & 2

Slide 25 - Slide