Criminaliteit: Oorzaken en Uitleg

Criminaliteit: Oorzaken en Uitleg

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan de leerling de oorzaken van criminaliteit uitleggen.

Introduceer het leerdoel van de les en vertel wat de studenten aan het einde van de les zullen kunnen doen.

Wat weet jij al over de oorzaken van criminaliteit?

Definitie

Criminaliteit is het begaan van een strafbaar feit. Dit kan variëren van kleine overtredingen tot zware misdrijven.

Definieer criminaliteit en geef voorbeelden van verschillende soorten misdrijven.

Sociale Oorzaken

Sociale oorzaken van criminaliteit zijn bijvoorbeeld armoede, werkloosheid en slechte opvoeding.

Beschrijf de verschillende sociale oorzaken van criminaliteit en geef voorbeelden.

Psychologische Oorzaken

Psychologische oorzaken van criminaliteit zijn bijvoorbeeld persoonlijkheidsstoornissen en verslavingen.

Beschrijf de verschillende psychologische oorzaken van criminaliteit en geef voorbeelden.

Biologische Oorzaken

Biologische oorzaken van criminaliteit zijn bijvoorbeeld erfelijke factoren en hersenbeschadiging.

Beschrijf de verschillende biologische oorzaken van criminaliteit en geef voorbeelden.

Maatschappelijke Oorzaken

Maatschappelijke oorzaken van criminaliteit zijn bijvoorbeeld ongelijke kansen en discriminatie.

Beschrijf de verschillende maatschappelijke oorzaken van criminaliteit en geef voorbeelden.

Preventie

Preventie van criminaliteit kan plaatsvinden door bijvoorbeeld reclassering, voorlichting en het verbeteren van leefomstandigheden.

Beschrijf verschillende manieren waarop criminaliteit kan worden voorkomen.

Samenvatting

Criminaliteit kan verschillende oorzaken hebben, waaronder sociale, psychologische, biologische en maatschappelijke factoren. Preventie kan worden bereikt door middel van reclassering, voorlichting en het verbeteren van leefomstandigheden.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het begrijpen van de oorzaken van criminaliteit.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.