VE1.3 Wat wordt de prijs?

Blz. 24
VE1.3 Wat wordt de prijs?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Blz. 24
VE1.3 Wat wordt de prijs?

Slide 1 - Slide

Vraag: Waarom wordt de prijs van producten bijna dagelijks aangepast?
  • Inkoopprijs bij groothandel kan van dag tot dag verschillen;
  • Bedrijfskosten schommelen.

Deze les: hoe bepaalt de winkelier zijn prijs?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Blz. 24

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom deze prijs?
Een winkelier heeft te maken met verschillende bedragen:

  • inkoopprijs
      = De prijs die een winkelier betaalt voor een product dat hij
          later wil verkopen.
  • brutowinstopslag
     
    = Een bedrag dat een winkelier bij de inkoopprijs optelt
         voor kosten en winst.
  • verkoopprijs
      = Het bedrag dat een winkelier voor een product krijgt.




Blz. 16

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom deze prijs?
Je berekent de verkoopprijs als volgt.






Stap 1
Bereken de brutowinstopslag.
              45% van € 640 = 
              45 / 100 x € 640 = 

Stap 2 Tel de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs.
De verkoopprijs wordt € 640 + € ______ = 





Blz. 17

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Blz. 30
Tip: bekijk de leerstof op blz. 24-25

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Werktijd
Bladzijde 24-25-26-26-28
Maak opdracht 2 t/m 7
Nakijken + verbeteren

Klaar: maak van 1.1 en 1.2:
  • Herhaling
  • Verdieping
timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Blz. 24
VE1.3 Wat wordt de prijs?

Slide 8 - Slide

Vraag: Waarom wordt de prijs van producten bijna dagelijks aangepast?
  • Inkoopprijs bij groothandel kan van dag tot dag verschillen;
  • Bedrijfskosten schommelen.

Deze les: hoe bepaalt de winkelier zijn prijs?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom deze prijs?
Wat is belasting?
  • Verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de
      overheid betalen.


Als je iets koopt, betaal je belasting over de toegevoegde waarde (btw):
  • meestal 21% van de verkoopprijs;
  • op sommige producten zit 9% btw:
    - levensmiddelen
    - boeken
    - medicijnen

Btw betaal je via de winkelier aan de overheid. Dit is een:
indirecte belasting



Blz. 26

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Naomi koopt worstenbroodjes. De verkoopprijs is €5,50 (exclusief btw). De btw is 9%.
Bereken de consumentenprijs. 

Stap 1 Bereken de btw



Stap 2 Tel de btw op bij de verkoopprijs


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Shayma koopt een laptop. De consumentenprijs is €700 inclusief 21% btw. 
Bereken de prijs exclusief btw.




Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Blz. 30

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Blz. 30

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Werktijd
  • Herhaling (1.1-1.2-1.3)
  • Verdieping (1.1-1.2-1.3)
  • Lees de leerstof op blz. 26-27-28-29
  • Maak opdracht 5 t/m 10
  • Nakijken + verbeteren
timer
10:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions