Les 8 : écouter + lidwoord Unité 1 (2 oktober, 1BCD)

Bonjour, ga lekker zitten en pak je spullen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour, ga lekker zitten en pak je spullen

Slide 1 - Slide

La question du jour
Comment ça va ?






Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les:

* heb je een kort gesprekje in het Frans gevoerd
* ken je de Franse lidwoorden en heb je geoefend met hoe je ze moet gebruiken.


Slide 3 - Slide

1. Apprendre 4 (dictée)
2. Parler en français !
3. Grammaire II
4. Travaillez 
5. Les devoirs (huiswerk)



Slide 4 - Slide

> Exercice 15 A (page 21) = 3 min

> Exercice 15 B

1. Wat ? Voer een gesprekje met elkaar
2. Hoe ? Travaillez à deux
3. Tijd ? 3 minutes

timer
3:00

Slide 5 - Slide

Wat weet je over lidwoorden?
Dus in het Nederlands heb je .........



Maak: exercice 16 B
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Er zijn geen echte regels
Behalve als het heel duidelijk is!
Je moet ze dus leren....

Enkelvoud: le                Meervoud: les
               la
               l'


Slide 7 - Slide

Zelfstandig naamwoord

+ le -> mannelijk (m)
+ la -> vrouwelijk (v)
+ les -> meervoud (mv)
+ l' -> klinkers & 'stomme h'

Slide 8 - Slide

OPDRACHT

Schrijf de 5 woorden over
Vul het juiste lidwoord in
Max. 3 minuten
Als je klaar bent vergelijk je diegene naast je...

Slide 9 - Slide

C'est parti!
  1. .......... ville        (de stad - v)
  2. .......... livre       (het boek - m)
  3. .......... garçon (de jongen - m)
  4. .......... ami    (de vriend -  m)
  5. .......... filles     (de meisjes - v/mv)
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Hoe vertaal je dan het lidwoord 'een' ?

Slide 11 - Slide

Voor het lidwoord 'een' gebruik je in het Frans:

mannelijk - un
vrouwelijk - une
meervoud - des

Bij meervoud gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je 'des'

Slide 12 - Slide

Schema lidwoorden
lidwoord
mnl
vwl
mv
bepaald
(de/het)
le/l'
la/l'
les
onbepaald
(een)
un
une
des

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Quoi? Wat?
Exercice 16 B + 16 C + 16 D page 26/27
Hoe ? Comment?
In je boek, alleen
Tijd ? 
Rest van de les
Fini ? Klaar?
maken exercice 16 D + 16 E 
OF leren apprendre 1,2,4
Au travail !
timer
15:00
ZS

Slide 15 - Slide

SO op 18 oktober

Leren:
1. apprendre 1, 2 en 4, page 36+37 
2. apprendre 3 = être, page 19 + 37
3. apprendre 5 = lidwoord, page 37/38


Slide 16 - Slide

Aan het einde van de les:

* heb je een kort gesprekje in het Frans gevoerd
* ken je de Franse lidwoorden en heb je geoefend met hoe je ze moet gebruiken.


Slide 17 - Slide

Les devoirs (4 octobre)
> Apprendre 1+2+3+4 leren/herhalen, page 32/33
Gebruik het spelletje in Teams voor être

> Apprendre 5, page 23 + 33 = lidwoord leren

> afmaken 16 B + 16 C + 16 D








Slide 18 - Slide

Quoi? Wat?

keuze 1: être oefenen via Wordwall (Teams)
keuze 2: woordjes leren apprendre 1 + 2 (maak een studyGo account aan)

Teamscode : 
kdfmhma = 1C        qtscswo = 1D
ukr9ym8 = 1B


Menu au choix
timer
10:00

Slide 19 - Slide

> Apprendre 1 samen doornemen (page 32)

> Vlog kijken en luisteren (page 12)

> Maken : exercice 1 + 2 (page 12)

Slide 20 - Slide

> Je kunt de woordjes uit je boek leren, leg een hand of een papiertje over de vertaling en leer F-N en N-F
> Je kunt de woordjes overschrijven in je schrift (tip! Zo onthoud je het beter!), linkerhelft van de bladzijde het Frans en andere helft Nederlands
> Je kunt dit ook digitaal doen, bijvoorbeeld via StudyGO of Quizlet
> Je kunt 'flashcards' maken, met op de ene kant het Franse woord en op de achterkant de Nederlandse vertaling. Maak een stapel van de woorden die je kent en de woorden die je nog beter moet leren.


Hoe leer je woordjes?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

> Faites een woordweb 
> Lisez: Bonjour page 10 et 11
> faites questions 1 et 2 page 11
> contrôlez question 1 et 2 ensemble


Slide 23 - Slide

Quoi? faites exercice 1 et 2 page 11 
Comment? tout seul
Aide?: boek, woordenboek 
Durée? 10 minuten 
Pourquoi? om kennis te maken met de Franse cultuur, landen en producten. 
Fini? leer je nieuwe Franse zinnen

Slide 24 - Slide

> Je leert en maakt kennis met de Franse cultuur en gebruiken. 

> Je leert welke landen/werelddelen Frans zijn en welke producten afkomstig zijn uit Frankrijk

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide