Schrijfvaardigheid voorbereiding

SE periode 3
Alles staat in classroom

Werken aan:

  • Schrijfvaardigheid (opdrachten)
  • Grammatica (linking words + punctuation)
  • Oefen examens
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SE periode 3
Alles staat in classroom

Werken aan:

  • Schrijfvaardigheid (opdrachten)
  • Grammatica (linking words + punctuation)
  • Oefen examens

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Schrijfvaardigheid

Persoonlijke brief of email

Slide 3 - Slide

Wat moet je kunnen?
Een duidelijke Engelse brief schrijven aan de hand van een aantal korte instructies/omschrijvingen

Slide 4 - Slide

Waaraan moet de brief aan voldoen?
- Juiste indeling (uitlegfilmpje)
- Alle punten verwerkt
- Gebruik alinea's 


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Lay-out (opmaak)
Lay-out / opmaak
1= Aanhef
2= Reactie en/of vragen hoe het met iemand gaat.
3= Inhoud / je boodschap 
     (in alinea's)
4= Afronding
5= Slotgroet
6= Je (voor)naam

laat een witregel tussen alle onderdelen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Veel gemaakte fouten
Op de volgende dia's staan zinnen die leerlingen veel gebruiken, maar die niet goed zijn. Maar wat schrijf je dan wel?

Slide 11 - Slide

Je schrijft niet: How is it with you?
(Hoe gaat het met jou?)

Slide 12 - Open question

How are you and how are your mother?
A
How are you and your mother?
B
How is it with you and your mother
C
How are you and how is your mother?
D
How are you going and your mother?

Slide 13 - Quiz

Zo kun je vragen hoe het met iemand gaat:

How are you John?
How is your girlfriend? I hope she is well.
How are you doing at school?

Slide 14 - Slide

Je schrijft niet: I liked it not that you come not on my party
(ik vind het jammer dat je niet op mijn feestje was

Slide 15 - Open question

Zo kun je zeggen dat je iets vervelend of naar vindt:

I am sorry to hear that you are in hospital.
What a pity that you failed your examination.
It’s a pity that you cannot come to Holland.
I am sorry I couldn't be at your party.

Slide 16 - Slide

Je schrijft niet: I hope that you not feel sick soon
(ik hoop dat je snel weer beter bent)

Slide 17 - Open question

Zo kun je iemand succes/beterschap wensen.
Get well soon.
I hope you will soon recover.
I wish you luck on your exams.
I hope you feel better soon

Slide 18 - Slide

Je zegt niet: Do the greetings to
(Doe de groeten aan)

Slide 19 - Open question

Zo kun je vragen om iemand de groeten te doen:

Give my regards to your family.
Say hello to your sister.
Give my best wishes to your parents.
Say hello to your friends

Slide 20 - Slide

Met wat voor zin zou je de brief af kunnen sluiten?

Slide 21 - Open question

Slotzinnen
I hope you will write back soon.
Please, write soon.
I hope I will hear from you soon.
I'm looking foward to hearing from you


Slide 22 - Slide

Huiswerk
Deze week:

  • Schrijfvaardigheid: opdr. 1+2
  • Grammar: Grammar 1

Slide 23 - Slide