6612_12.01.20

Hoe gaat het?

  • Hoe gaat het met jullie?

  • Wat heb je in het weekend gedaan.


1 / 17
next
Slide 1: Slide
Nederlands voorHoger onderwijs

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoe gaat het?

  • Hoe gaat het met jullie?

  • Wat heb je in het weekend gedaan.


Slide 1 - Slide

Dagen van de week
  • Wat is de datum van vandaag?

  • Welke dag is het vandaag?


eergisteren
gisteren
vandaag
morgen
overmorgen

Slide 2 - Slide

Lees de cijfers!
  1. 185 -273 - 356 - 498 - 526 - 612 - 748 - 847 - 905
  2. 147 - 852 - 369 - 987 - 456 - 123 - 357 - 951 - 486
  3. 248 - 862 - 624 - 183 - 729 - 964 - 743 - 982 - 874
  4. 906 - 802 - 607 - 508 - 304 - 706 - 402 - 206 - 104
  5. 110 - 220 - 330 - 440 - 550 - 660 - 770 - 880 - 990
  6. 111 - 222 - 333 - 444 - 555 - 666 - 777 - 888 - 999
  7. 170 - 117 - 250 - 215 - 360 - 316 - 930 - 913 - 480 - 418

Slide 3 - Slide

De Klok
  • Hoe laat is het?

  • Lees de klokken. Hoe laat is het?

Slide 4 - Slide

1.
2.

Slide 5 - Slide

3.
4.

Slide 6 - Slide

5.
6.

Slide 7 - Slide

7.
8.

Slide 8 - Slide

De voorzetsels

  • Kijk naar de foto's

  • Waar is de hond?

  • Waar is de kat?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De voorzetsels
Kijk naar je leraar. Kijk naar de auto's.

Geef een antwoord op de vraag

Slide 14 - Slide

De Stamboom
  • Wat is een stamboom?
  • Hoeveel kinderen heb jij?
  • Hoeveel broers en zussen heb jij?
  • Hoeveel kleinkinderen heb jij?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Maak de oefening die Pieter je stuurt via Whatsapp

Slide 17 - Slide