Vorbereitung Kapitel 3 Neue Kontakte

Vorbereitung Kapitel 3 Neue Kontakte
In deze toets krijgen jullie:

Woorden (Wörter) 
Dezelfde Grammatik als in toets Kapitel 2 
Lesetext 
Gatentekst (zoals in Kapitel 2) 
Antwoorden geven op zinnen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vorbereitung Kapitel 3 Neue Kontakte
In deze toets krijgen jullie:

Woorden (Wörter) 
Dezelfde Grammatik als in toets Kapitel 2 
Lesetext 
Gatentekst (zoals in Kapitel 2) 
Antwoorden geven op zinnen 

Slide 1 - Slide

Kapitel 3 = 
Bladzijden 

96, 97 en 98 in jouw boek! 

Leer en oefen deze LessonUP en leer de woorden die je vindt op deze bladzijden. 

Slide 2 - Slide

Hoe leer jij? 

Maandag 4 december
Woensdag 6 december
Donderdag 7 december
Vrijdag 8 december het 1e uur nog even samen oefenen 

Slide 3 - Slide

Wörter 
Ik deel zowel de Blooket, als de Quizlet. 

https://dashboard.blooket.com/set/656995aacfc8670e988469ad

https://quizlet.com/nl/858019805/kapitel-3-neue-kontakte-flash-cards/?i=y5c9i&x=1jqt

Slide 4 - Slide

Artikel/ lidwoord
overzicht!
der 
die
das
die
der Vater
die Mutter
das Kind
die Kinder
Mannelijk
Vrouwelijk
onzijdig
meervoud

Slide 5 - Slide

Artikel? Welches Artikel gibt es?
regels

Slide 6 - Slide

Lidwoorden (= Artikel)
der (mnl.)
die (vrl.)
das (onz.)
mannelijke personen/dieren (der Mann, der Stier)
vrouwelijke personen/dieren (die Frau, die Kuh)
de meeste het-woorden in het Nederlands (das Buch, das T-Shirt, das Mädchen!!!)
seizoenen/dagen/maanden
woorden met de uitgang -e
verkleinwoorden (uitgang -chen of -lein)

Slide 7 - Slide

De lidwoorden (Artikel)
We hebben ze al behandeld in de toets hoofdstuk 2.
Toch blijven we deze lidwoorden herhalen. 
- alle maanden van het jaar = mannelijk (der) 
- alle bloemen/planten (die) 
- alle fruit, behalve de appel, (die) 
- alle verkleinwoorden (das) 

Slide 8 - Slide

En die (het vrouwelijke lidwoord) 
gebruiken we ook wanneer het zelfstandig naamwoord eindigt op:
- heit 
- keit 
-     schaft

Slide 9 - Slide

Fragewörter
herhaling 
wo 
waar
wann
wanneer
wohin
waarheen
woher
waarvandaan
wer
wie
wie
hoe
was
wat

Slide 10 - Slide

haben & sein
herhaling (telkens weer) 

Slide 11 - Slide

Haben & sein
haben
sein
ich
habe
bin
du
hast
bist
Peter/Sarah/de hond
hat
ist
wir
haben
sind
ihr
habt
seid
sie/Sie
haben
sind

Slide 12 - Slide

Vervoegen van werkwoorden
Wie lauten die Regeln?

Slide 13 - Slide

Hoe doe je dat?
Lernen 
Ich lerne 
Du lernst 
Lisa lernt 
wir lernen 
ihr lernt 
Peter und Sarah lernen 
Sie lernen 

Slide 14 - Slide

In de volgende slide 
verschijnt een schema. 
Leg dit maar eens naar jouw te oefenen wordwall die ik verderop deel in deze LessonUP. Dit schema helpt je bij het maken van de opgaven

Slide 15 - Slide

Schwache Verben vervoegen
Stam op -d of -t
Stam op sisklank
Stam normaal
ich
-e
-e
-e
du
-est
-t
-st
er/sie/es
-et
-t
-t
wir
-en
-en
-en
ihr
-et
-t
-t
sie/Sie
-en
-en
-en

Slide 16 - Slide

Ein Verb im Präsens (OTT) konjugieren 
Verb konjugieren:
                                  stam + (fe) E – ST – T – EN – T – EN


stam
= hele werkwoord min -en/-n
kommen: komm-
arbeiten: arbeit-
regnen: regn-


Slide 17 - Slide

Aufgabe:
Vervoeg de volgende werkwoorden in de tegenwoordige tijd

machen        
warten
kaufen
antworten

Slide 18 - Slide

De zinnen in jullie toets
Jullie gaan antwoorden geven op de zinnen dit ik jullie vraag. 
De antwoorden geef je in de Duitse taal 

Slide 19 - Slide

Vraagwoorden 
https://wordwall.net/de/resource/4711312/fragewörter-a12

https://wordwall.net/de/resource/56458377/deutsch-als-fremdsprache/a1-fragewörter

Slide 20 - Slide

Artikel (Lidwoorden) 
https://wordwall.net/de/resource/60139569/deutsch/artikel

of een kortere:

https://wordwall.net/de/resource/60332206/deutsch-a1/lückentext

Slide 21 - Slide

Haben und sein 
https://wordwall.net/de/resource/6015397/haben-oder-sein

https://wordwall.net/de/resource/7646714/daf/hueber-plc-a11-l4-verben-haben-und-sein

Slide 22 - Slide

vervoegen werkwoorden

https://wordwall.net/resource/59852176/präsens-schwache-verben-4

Slide 23 - Slide