This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 3 Stoffen
Paragraaf 3.2
Veiligheid en milieu
Slide 1 - Slide
Een steentje van 10 cm3 heeft een massa van 20 gram. Wat is de dichtheid?
A
30 g/cm3
B
200 g/cm3
C
0,5 g/cm3
D
2 g/cm3
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Video
Leerdoelen
Je leert welke gevaren stoffen kunnen hebben voor mensen en voor het milieu.
Je kent enkele veiligheidspictogrammen.
Je kunt uitleggen wat recyclen en hergebruik is.
Slide 4 - Slide
Gevaarlijke stoffen
Slide 5 - Slide
Veiligheids-pictogrammen
Hebben een rode rand in de vorm van een diamant/ruit.
Slide 6 - Slide
Reinigingsmiddelen
Schoonmaakmiddelen kunnen ook gevaarlijk zijn. Bleekwater met chloor is irriterend en bijtend en spiritus is licht ontvlambaar. Op schoonmaakmiddelen zie je daarom ook pictogrammen staan.
Slide 7 - Slide
Niet-officiële pictogrammen
Niet mengen.
Deze stof niet in combinatie met andere stoffen gebruiken.
Slide 8 - Slide
Wat betekent dit pictogram
A
ontvlambaar
B
corrosief
C
explosief
D
schadelijk
Slide 9 - Quiz
Wat betekent dit pictogram
A
giftig
B
corrosief
C
milieugevaar
D
schadelijk
Slide 10 - Quiz
Wat betekent dit gevarensymbool
A
brandbaar
B
Ontvlambaar
C
onvlambaar
D
explosief
Slide 11 - Quiz
Dosis
De hoeveelheid die je van een stof binnenkrijgt heet de dosis. Bij een te kleine dosis werken (bijv.) medicijnen niet goed.
Bij een te grote dosis kunnen medicijnen schadelijk voor je lichaam zijn.
Slide 12 - Slide
Dosis
Slide 13 - Slide
De dodelijke dosis voor stof A is 0,2 mg en voor stof B 4 gram. Welke stof is giftiger?
A
stof A
B
stof B
Slide 14 - Quiz
Roxan is 3 jaar. Wat is haar dosis driemaal daags?
A
2 mL
B
5 mL
C
12 druppels
D
25 druppels
Slide 15 - Quiz
hoe giftiger de stof hoe ....... de LD50 waarde.
A
Hoger
B
Lager
C
steiler
D
vlakker
Slide 16 - Quiz
Ronald werkt met kaliumcyanide. De LD50 is 2 mg/kg lichaamsgewicht. Ronald weegt 80 kg. Bereken in grammen bij hoeveel gram kaliumcyanide hij dood zou gaan.
Slide 17 - Open question
Hergebruik of recycling
Hergebruik: gebruik je producten in hun eigen functie opnieuw.
Recycling: geef je oude producten een nieuwe functie. Dus van oude plastic flessen worden nieuwe elektriciteitsbuizen gemaakt.
Slide 18 - Slide
Voordeel hergebruik & recycling?
schonere wereld;
daling van afval & afvalkosten;
minder nieuwe grondstoffen nodig;
minder aardolie nodig;
minder landbouwgrond nodig (meer ruimte voor voedsel productie);
daling uitstoot van broeikasgassen.
Slide 19 - Slide
Leerdoelen
Je leert welke gevaren stoffen kunnen hebben voor mensen en voor het milieu.