Voorzetsels bij geografische namen
1 / 16
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Bij vrouwelijke landen gebruik je het voorzetsel EN, bij mannelijke landen gebruik je AU. Is dit...
A
vrai
B
faux
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Voor steden- of dorpennamen gebruik ik het voorzetsels À. Is dit..
A
vrai
B
faux
Slide 8 - Quiz
Als de naam van het land meervoud is gebruik ik gewoon AU. Is dit...
A
vrai
B
faux
Slide 9 - Quiz
Kies het juiste voorzetsel:
Je vais déménager ___ Australie.
Je vais déménager ___ Australie.
A
au
B
en
Slide 10 - Quiz
Kies het juiste voorzetsel:
Ma copine habite ___ Danemark.
Ma copine habite ___ Danemark.
A
au
B
aux
Slide 11 - Quiz
Kies het juiste voorzetsel:
Pendant les vacances, je vais ___ Lyon.
Pendant les vacances, je vais ___ Lyon.
A
au
B
à
Slide 12 - Quiz
Vul nu zelf in (au, en, à, aux).
Nous sommes allés ___ Suède.
Nous sommes allés ___ Suède.
Slide 13 - Open question
Vul nu zelf in (au, en, à, aux).
Je voudrais aller ___ Etats-Unis.
Je voudrais aller ___ Etats-Unis.
Slide 14 - Open question
Vul nu zelf in (au, en, à, aux).
Je vais visiter mon ami ___ Bordeaux.
Je vais visiter mon ami ___ Bordeaux.
