bs 4 cellen

1 / 50
next
Slide 1: Link
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Link

Cellen van planten

Slide 2 - Slide

cel van een plant

Slide 3 - Slide

Cel van een dier

Slide 4 - Slide

Wat is: 
protoplasma?
cytoplasma?
celkern?
celmembraan?
kernmembraan?

Slide 5 - Slide

verschil plant en dier

Slide 6 - Slide

Hebben cellen van mensen andere kenmerken dan cellen van dieren?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Regelt het celplasma alles wat er in de cel gebeurt?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Ligt de celkern in het celplasma?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Zijn alle cellen hetzelfde?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Een bacterie bestaat uit:
A
1 cel
B
2 cellen
C
meer cellen

Slide 11 - Quiz

Dit is een microscopische afbeelding van...
A
Plantaardige cellen
B
Dierlijke cellen
C
Bacteriën
D
Schimmelcellen

Slide 12 - Quiz

Hebben cellen van mensen andere kenmerken dan cellen van dieren?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Dit is een microscopische afbeelding van...
A
Plantaardige cellen
B
Dierlijke cellen
C
Bacteriën
D
Schimmelcellen

Slide 14 - Quiz

Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 15 - Quiz

Een weefsel is ...
A
.. een groep cellen met een bepaalde bouw en functie
B
.. een groep cellen met een bepaalde functie
C
.. een groep cellen met een bepaalde bouw
D
.. een groep cellen

Slide 16 - Quiz

Cellen van schimmels hebben celkernen?
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 18 - Quiz

Om cellen van schimmels bevinden zich celwanden?
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Cellen van planten hebben altijd bladgroen
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat zie je op deze afbeelding?
A
één cel, meerder weefsels
B
meerdere cellen, één weefsel
C
meerdere cellen, meerdere weefsels
D
één cel, één weefsel

Slide 21 - Quiz

De cellen van een waterlelie hebben een celwand
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Rode bloedcellen zijn dierlijke cellen, hebben ze een celwand?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noemen we:
A
Orgaan
B
Weefsel
C
Orgaanstelsel

Slide 24 - Quiz

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 25 - Quiz

Zowel planten- als dierlijke cellen hebben een celmembraan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je de cellen van een mens?
A
Dierlijke cel
B
Menselijke cel

Slide 27 - Quiz

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 28 - Quiz

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 29 - Quiz

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 30 - Quiz

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 31 - Quiz

Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels

Slide 32 - Quiz

Champignons zijn eetbare schimmels.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Schimmels zijn ééncellig
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Welke organismen zijn micro-organismen?
A
bacteriën
B
bacteriën en virussen
C
schimmels
D
bacteriën, schimmels en virussen

Slide 35 - Quiz

Schimmels bestaan uit draden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

welk rijk heeft GEEN celkern
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren

Slide 37 - Quiz

In welke rijken komen eencellige organismen voor?
A
Planten, bacterien en dieren
B
Planten, bacterien, dieren en schimmels.
C
schimmels en bacterien
D
planten en schimmels

Slide 38 - Quiz

Welke 4 rijken kennen we?
A
Dieren, schimmels, planten, bacteriën
B
Schimmels, mensen, planten dieren

Slide 39 - Quiz

alle organismen hebben:
A
bladeren
B
dezelfde levenskenmerken
C
schimmels
D
ledematen

Slide 40 - Quiz

Cellen van schimmels hebben géén celkern
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quiz

Hoe planten schimmels zich voort?
A
Schimmeldraden
B
Sporen

Slide 42 - Quiz

Welke uitspraak over bacterieen en schimmels is juist?
A
Schimmels en bacterieen groeien niet op vochtige plaatsen
B
Schimmels en bacterieen zijn aaltijd ongezond in voedingsmiddelen
C
Schimmels en bacterieen groeien snel in een warme omgeving
D
Schimmels en bacterieen zijn altijd zichtbaar op voedingsmiddelen.

Slide 43 - Quiz

Kun je schimmel eten
A
Ja, je kunt alle schimmels eten.
B
Ja, alleen als het een klein beetje is.
C
nee, je kunt geen schimmels eten.
D
Sommige schimmels kun je wel eten en sommige niet.

Slide 44 - Quiz

De foto laat zien dat
schimmels ook nuttig
kunnen zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

Schimmels en bacterien noemen we ook wel:
A
Vies
B
Opruimers
C
Producenten
D
Reducenten

Slide 46 - Quiz

Deze afbeelding is een foto van coccen. Coccen zijn eencellige organismen zonder kern. Tot welke van de vier rijken behoren coccen?
A
Bacterien
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 47 - Quiz

Bacterien hebben celwanden maar geen celkernen en bladgroenkorrels
A
Onjuist
B
Juist

Slide 48 - Quiz

Als je bacteriën kunt zien, weet je dat je te maken hebt met:
A
Een schimmel-kolonie
B
Een kolonie van een land
C
Één supergrote bacterie
D
Een bacterie-kolonie

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Slide