Ma H4 V4 les 3 identiteit door socialisatie en internalisatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vandaag

• Wie is toch die "gewone Nederlander?".
• Wat behoort tot de pluriformiteit ?
• Hoe is onze socialisatie tot stand gekomen?
• Volgende les: zelfstandig aan opdrachten werken.
• Houd je huiswerk op tempo! 

Terugblik: wie behoren in Nederland
tot de pluriforme samenleving?

Persoonlijke identiteit

Je persoonlijke identiteit bestaat dus uit de dingen die je hebt geleerd,
de dingen die je bewust en onbewust hebt overgenomen, je ervaringen en je aangeboren eigenschappen. 

Je bent dus uniek.

Groepsidentificatie

Veel mensen voelen zich ook bij een groep horen. (Friezen, vmbo'ers, Cambuur...)

Zij hebben dezelfde kenmerken of gewoonten.

Saamhorigheid/wij-gevoel: ergens bij horen

Wij en zij: Door 'wij' sluit je anderen uit. 

Meerdere groepen: Soms botst dat.

Kun je een voorbeeld bedenken?

0

Hoe zijn wij geworden tot wie wij nu zijn?

• Identiteit : dynamisch= veranderlijk of statisch = vaststaand ?
• Pluriformiteit: dynamisch of statisch?
• Cultuur: dynamisch of statisch? 
• Sociale cohesie: = de lijm die ons als samenleving aan elkaar bindt.

T

Socialisatie = aanleren & doorgeven van jouw cultuur en normen &  waarden
Internalisatie = je gedraagt je  automatisch zoals de samenleving dat wenselijk acht van jou

Socialisatie

Deels bewust ("geef een handje, alsjeblieft"),
grotendeels onbewust  (meegekregen in de opvoeding).

Socialiserende instanties: school, kerk, media die jouw normen en waarden beïnvloeden. 

Een vader en zijn zoon krijgen een vreselijk auto-ongeluk. De vader sterft ter plekke, zijn zoon wordt met loeiende sirenes naar het ziekenhuis vervoerd. Hij wordt de operatiekamer ingereden en de chirurg zegt: ik kan hem niet opereren, hij is mijn zoon! Hoe kan dit?

Hoe komt een mens tot dit misverstand ?

Vervolgvraag stellen op basis van de antwoorden op vorige vraag. 
Bijvoorbeeld: hoe kunnen we vooroordelen/stereotypen tegengaan?

Waarom doe je wat je doet?

• Nature (zit in je genen)  tegenover nurture (aangeleerd uit je omgeving)
• Socialisatie = gedrag aanleren van groepen waartoe je behoort (bewust en onbewust)
• Verschillende mensen/instanties  dragen bij aan socialisatie (socialiserende instituties)
• Internalisatie = gedrag gaat vanzelf
• Wees je bewust van onbewuste overdracht (vooroordelen/stereotypen).

Socialiserende instituties

Socialiserende instituties zijn de mensen of instellingen die ervoor zorgen dat jij socialiseert.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken, waarden, normen en gewoonte

2. Socialisatie gaat bewust en onbewust.

1. 1 is juist , 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

wie/wat dragen bij aan
jouw socialisatie
(socialiserende instituties)?

0

Hoe kun je de antwoorden van deze kinderen verklaren, denk je?

Wat bedoelt deze hoogleraar met "impliciet" en "expliciet" opvoeden, denk je?

Heb je jezelf weleens 'betrapt' op aannames over andere mensen?

1. ja
2. nee

Wat is je opgevallen aan dit videofragment?

Voor de volgende les!

• Maak het huiswerk van de vorige lessen: op tempo komen. Laatste week voor kerst WB inleveren!
• Kijk in de studiewijzer en ga aan de slag met de werkkaart en begrippenlijst !

AAN DE SLAG  WERKKAART & WERKBOEK &               BEGRIPPENLIJST  

                                                                        SUCCES