h.5 Sociale media les 2

h.5 Sociale media
les 2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

h.5 Sociale media
les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat doen we deze les?


  • Herhalen theorie
  • Jullie gaan aan de slag met de opdrachten uit het boek




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deelonderwerpen

  • Een tekst gaat altijd over iets, dat noemen we het onderwerp van de tekst.
  • In het middenstuk worden de verschillende kanten (aspecten of onderdelen) van het het onderwerp besproken. Die verschillende kanten zijn de deelonderwerpen.
  • Een schrijver voegt wel eens tussenkopjes toe, als een deelonderwerp in meer dan één alinea wordt besproken.
  • Tussenkopjes geven vaak wel aanwijzingen over het deelonderwerp, maar zijn niet hetzelfde als tussenkopjes!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Alinea

  • Een stukje tekst over een deelonderwerp noem je een alinea. Een alinea van een geschreven tekst begint altijd op een nieuwe regel. 

  • Een alinea van een gesproken tekst herken je aan de korte pauze die de spreker na de alinea neemt.

  • Het middenstuk van een tekst bestaat uit verschillende alinea's. Het deelonderwerp kan in een of meer alinea's worden uitgewerkt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1   Stokstaartjes, of aardmannetjes, leven in ondergrondse burchten. Daar
    ontsnappen ze aan de extreme temperaturen van het Afrikaanse continent
     – en aan de meeste roofdieren. In zo’n ondergronds netwerk wonen wel
    vijftig beestjes. Een gemiddelde kolonie is echter half zo groot, met twee
    of drie gezinnen die er samenleven.

2  In de ondergrondse burcht bevinden zich slaapkamers, kraamkamers en 
    toiletten. De toiletten worden schoongemaakt door de mestkevers
    waarmee ze samenleven. Die rollen de poep van de stokstaartjes naar
    buiten om op te eten en hun eitjes erin te leggen. Als deze uitkomen,
    hebben de stokstaartjes weer een nieuwe schoonmaakploeg.

Slide 5 - Slide

alinea 1 eerste zin is de kernzin (belangrijkste mededeling)

rest van de alinea is toelichting

alinea 2
de eerste zin is een inleidende zin
de tweede zin is de kernzin.
De rest is toelichting

Welk deelonderwerp werd in de vorige twee alinea's besproken?
A
de gevaren die stokstaartjes meemaken
B
de leefomgeving van stokstaartjes

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


3  In de kolonie zal alleen het alfapaartje zich voortplanten. De kleintjes
    blijven na de geboorte eerst drie weken in hun hol. Alle soortgenoten
    helpen bij het babysitten. Ze vlooien en verzorgen de jongen en leren hen
    waardevolle levenslessen: zoeken naar voedsel, speelgevechten en
    welke delen van een schorpioen je kunt eten. Deze sociale beesten
    zorgen dus voor elkaars jongen.


Slide 7 - Slide

kernzin - de laatste zin

voorbeelden wat de andere soortgenoten doen.
vlooien, verzorgen en waardevolle levenslessen.

Welk deelonderwerp werd in de vorige alinea besproken?
A
de sociale omgeving van stokstaartjes
B
de voortplanting van stokstaartjes

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

  • Maak het werkblad in de bijlage van het huiswerk in Magister. Gebruik zo nodig de theorie van h.5 (bijlage in Magister Learn)

  • Maak van h.5 opdr. 4  t/m 7 (blz. 125 t/m 130).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Waar let je op als je het onderwerp van de tekst wilt bepalen?
Welke delen van de tekst lees je?
A
titel, tussenkopjes, afbeeldingen. Je leest het middenstuk van de tekst.
B
titel, tussenkopjes, afbeeldingen en opvallend gedrukte woorden. Je leest het slot van de tekst.
C
titel, tussenkopjes, afbeeldingen en opvallend gedrukte woorden. Je leest de eerste en laatste alinea van de tekst.
D
titel, tussenkopjes, afbeeldingen. Je leest de eerste alinea van de tekst.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

 verband                 uitleg                                           signaalwoorden 
Opsomming

(opsommend verband)
Je noemt verschillende dingen achter elkaar.
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, en, niet alleen ... maar ook, zowel ... als, ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte

 
Hardlopen heeft veel voordelen. Ten eerste is het een goedkope sport. Ten tweede is het goed voor je gezondheid.
tegenstelling


(tegenstellend verband)
Na een uitspraak beweer je meteen het tegengestelde.
maar, daarentegen, echter, integendeel, aan de ene kant ... aan de andere kant, daar staat tegenover, terwijl, toch

Deze telefoon heeft een groter scherm, maar de foto’s zijn minder goed.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Noteer het verband tussen de volgende zinnen en noteer het signaalwoord.

Mijn broer lust bijna alles. Mijn zusje daarentegen lust vrijwel niets.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions


Noteer het verband tussen de volgende zinnen en noteer de signaalwoorden.

Gisteren heb ik prachtige cadeaus gekregen. Om te beginnen kreeg ik een nieuw shirt van mijn zus, verder een armband van mijn ouders en mijn opa gaf mij een boek.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Kernzin

  • Een goed opgebouwde alinea heeft altijd een kernzin: de zin waarin de belangrijkste mededeling van de alinea staat.

  • Deze zin staat meestal vooraan in de alinea. Het is dan de eerste of tweede zin. Soms staat de kernzin achteraan. De andere zinnen van de alinea zijn voorbeelden of een toelichting bij de kernzin.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions