Introductie nieuwe docent

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nederlands in 2024 !

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik zie - ik denk - ik vraag me af
  • Kijk naar de foto voor 60 seconden.
  • Beantwoord voor jezelf de volgende vragen:

1. Wat zie je?
2. Wat denk je?
3. Wat vraag je je af?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wie ben ik ?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wie ben ik ?
- Hoe oud ben ik ?
- Hoelang ga ik hier lesgeven ?
- Waarom geef ik Nederlands ?
- Op welke scholen heb ik gewerkt ?
- Hobby's ?
- Lievelingseten ?
- Favoriet vakantieland ?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden over mij...
- Leeftijd: 48 jaar
- Hoelang ga ik hier lesgeven ? Tot de kerstvakantie
- Waarom geef ik Nederlands ? Ik hou van lezen, songteksten
  schrijven, brieven schrijven en gedichten schrijven.
- Scholen waar ik heb gewerkt : De Twickel in Hengelo en
  Staring College in Lochem
- Hobby's: Zingen, dansen, wandelen en op reis gaan
- Lievelingseten: pasta met gehakt
- Favoriet vakantieland : Griekse eilanden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3 waarheden en 1 leugen

Wat is de leugen?
A
Mevrouw Gerrits woont in Lochem
B
Mevrouw Gerrits heeft geen kinderen
C
Mevrouw Gerrits is 43 jaar
D
Mevrouw Gerrits is gek op pasta

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wie ben jij?

Bedenk een grappig feitje over jezelf
Voer deze in in de LessonUp
Kan de klas raden wie jij bent?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een grappig feitje over mij ...

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Wat kan je de rest van het schooljaar verwachten?
  • Drie keer in de week Nederlands
  • Altijd meenemen: lesboek + schrift + pen + laptop !
  • Na elke vakantie krijg je een boekopdracht. Al deze 
     opdrachten samen vormen aan het eind van het jaar een
     cijfer.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Regels in de klas
  • Je hebt je spullen altijd bij je. Vergeten = vergeten
  • Drie keer boeken vergeten?  Nablijven !
  • Drie keer huiswerk vergeten?  Nablijven !
  • Je levert je opdrachten op de afgesproken tijd in, tenzij geldige reden.

Bij ongewenst gedrag (kletsen, schreeuwen, niet meedoen)
krijg je maximaal 2 waarschuwingen. Daarna word je eruit gestuurd en wordt er gekeken naar een nablijfuur.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat verwacht jij dit schooljaar
te leren bij Nederlands?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Wat vind jij belangrijk tijdens de les? (denk aan omgang met elkaar, regels etc.)

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Tijdens de les
  • Heb je respect voor elkaar
  • Ben je stil als de docent praat
  • Ben je stil als je aan het werk bent
  • Staat je mobiel op stil 
  • Is je mobiel in de (telefoon)tas
  • Mag je soms muziek luisteren in overleg
  • Ruim je je eigen rommel op

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tijd voor de quiz!
Pak je telefoon!
Speel eerlijk!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort op de ..... ?

"Ik ........ deze taalquiz heel leuk"
A
vinden
B
vind
C
vindt
D
vonden

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

teksten

Wat voor een soort tekst is dit?

A
gedicht
B
gebruiksaanwijzing
C
krantenartikel
D
voorleesboek

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

een uitdrukking

Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

spelling

Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
portomonnee
C
encyclopedie
D
onmiddelijk

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

A
gezegde
B
synoniem
C
alinea
D
afbeelding

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Hugo
B
Het leven van een loser
C
Niek de Groot
D
Dagboek van een muts

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

uitdrukking
Wat betekent:
Je ziet er
bedrukt uit?
A
dat je er verdrietig uitziet
B
dat je er moe uitziet
C
dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
D
dat je er goed uitziet

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Spelling
Zet de zin in de verleden tijd:
"Ik haast me naar het werk."

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

gesprekken
Hoe noem je
wat iemand ergens van vindt?
A
interview
B
doorvragen
C
feit
D
mening

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Grammatica
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Boggle
16-letterwoord = 10 punten
timer
2:30

Slide 29 - Slide

POFFERTJESKRAMEN

poffertje - 6
kramen
kom
offer
Boggle 1
timer
2:00

Slide 30 - Slide

Boekenliefhebber
Boggle 2
timer
1:00

Slide 31 - Slide

donderdagochtend
Boggle 3
timer
0:30

Slide 32 - Slide

gereedschapskist
Even opfrissen...
Benoem de zinsdelen pv, wg, ow: "Het kind eet boterhammen."

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is de persoonsvorm?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is het onderwerp?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

De oma van Joep (branden) graag een kaarsje
A
brand
B
brant
C
brandt

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions