LV + BB

De les vandaag!
1. Uitleg lijdend voorwerp + oefenen
2. Uitleg bijwoordelijke bepaling + oefenen
3. Oefenexamen op facet oefenen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De les vandaag!
1. Uitleg lijdend voorwerp + oefenen
2. Uitleg bijwoordelijke bepaling + oefenen
3. Oefenexamen op facet oefenen

Slide 1 - Slide

Het lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=

Slide 2 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 3 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 4 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Lijdend voorwerp
Julia en Kim
gaven
aan hun moeder
een cadeautje

Slide 5 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:

Gisteravond hebben mijn zus en ik een appeltaart gemaakt.
A
gisteravond
B
mijn zus en ik
C
gemaakt
D
een appeltaart

Slide 6 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:

Onder de tafel heeft mijn vader een cadeautje verstopt voor mijn neefje
A
onder de tafel
B
mijn vader
C
een cadeautje
D
voor mijn neefje

Slide 7 - Quiz

Zelfstandig werken
Nederlands methode
Extra oefenmateriaal
Grammatica --> Lijdend voorwerp


Slide 8 - Slide

Welke vraag(en) stel je ook alweer om de bijwoordelijke bepaling te bepalen?
  • waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
  • wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
  • hoe = bijwoordelijke bepaling van reden

Slide 9 - Slide

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren

Slide 10 - Quiz

bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 11 - Drag question

Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
mijn huiswerk
heb
af.
bijna altijd

Slide 12 - Drag question

Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat

Slide 13 - Drag question

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 14 - Drag question

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld

Slide 15 - Quiz

Het tweede beeldscherm
is
aangekomen.
eindelijk
bijwoordelijke bepaling

Slide 16 - Drag question

De docent wiskunde
heeft
Amber
uitleg
gegeven.
na het laatste lesuur
bijwoordelijke bepaling

Slide 17 - Drag question

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 18 - Drag question

Zelfstandig werken
Nederlands methode
Extra oefenmateriaal
Grammatica --> Bijwoordelijke bepaling


Slide 19 - Slide