Zorgplan Deel 1

Zorgplan

Geleen
2020-2021
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Zorgplan

Geleen
2020-2021

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les hebben de studenten kennis van verzamelen van gegevens-RUMBA-PES-formuleren van zorgdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het zorgproces
Het zorgproces is het doorlopen van een aantal fasen in een vaste volgorde met als doel zorg te laten aansluiten bij de behoefte van de cliënt maar ook om te voldoen aan de eisen van de Nederlandse overheid. Met andere woorden: Methodisch werken​

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
Verzamelen van
 informatie
formuleren van zorgproblemen
bepalen van doelen
actie
 plannen
Uitvoeren van de activiteiten + observeren
Evalueren + rapporteren

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welk zorgleefplan wordt gebruikt binnen de organisatie waar jij werkt?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je gegevens verzamelen?

Slide 8 - Mind map

de zorgvrager  
de familie of mantelzorger
andere professionals  
andere zorgverleners  
eigen observatie 
Subjectief en objectief
S = subjectief: wat de zorgvrager zegt over zijn eigen beleving
(gevoelens, deze zijn niet zichtbaar)

O = objectief: de situatie van de zorgvrager zoals jij die waarneemt
(metingen; temperatuur, ontlasting, medische gegevens)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke van de 4 is een verschijnsel (objectieve gegevens)
A
polsslag
B
duizeligheid
C
misselijk
D
pijn

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Open vraag:
Een vraag waar geen ja of nee op geantwoord kan worden. je geeft de patient de ruimte om over gevoelens, emotie e.d. te praten. 
Deze manier van vragen stellen kan meer tijd in beslag nemen.
Gesloten vraag:
Een vraag waar alleen met ja of nee op geantwoord kan worden. 
Voordeel: snelle manier van informatie verkrijgen en deze is gemakkelijk te ordenen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Functioneel en disfunctioneel gezondheidspatroon
 
Een patroon is disfunctioneel als uit de verzamelde gegevens blijkt  
dat er een probleem in dat gezondheidspatroon, in dat aspect van iemands leven is.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

PES
Ezelsbruggetje voor het formuleren van de PES: ​
P → de zorgvrager is niet meer in staat...​
E → als gevolg van...​
S → wat zich uit in / wat blijkt uit...​


Je kan ook gebruik maken van de POK​

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oefening 1

Mevrouw de Boer is bij jou op de afdeling opgenomen. Ze zegt dat ze de laatste drie dagen heel slecht slaapt omdat het zo lawaaierig is op de gang. ​

Ze geeft aan dat ze door haar slaapgebrek erg veel overdag slaapt en erg prikkelbaar is.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is het probleem?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat is de oorzaak?
(etymologie)

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de klachten?
(signs and symptoms)

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Oefening 2
Meneer Yilmaz is een 48-jarige man. Hij spreekt slecht Nederlands. Zijn zoon tolkt voor hem, maar is niet elke dag aanwezig. ​
Hij mag niet veel drinken in verband met hartproblemen, maar iedere keer blijkt dat hij dit toch doet. ​
Er staan voortdurend lege glazen op zijn nachtkastje en hij loopt regelmatig naar de kraan om water te pakken. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is het probleem?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is de oorzaak?
(etymologie)

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de klachten?
(signs and symptoms)

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Zorgdoel
Definitie: ​

‘een concrete omschrijving van een gewenste situatie, waarbij een duidelijke tijdslimiet is aangegeven. Zorgdoelen worden geformuleerd aan de hand van het zorgprobleem.’ 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zorgdoel kan zich richten op:
het voorkomen van een probleem​
uitstel of beperken van een probleem​ 
het oplossen van een probleem​ 
het in ernst laten afnemen van een probleem​ 
het in ernst stabiliseren van een probleem​ 
het verslechteren van het probleem​

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Formuleren zorgdoel

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Formuleren SMART doelen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden zorgdoelen
Mevrouw B. geeft iedere dag aan of de pijn te verdragen is. ​
Mevrouw B. wast zichzelf als zij loopgips heeft. ​ 
Mevrouw B. gaat binnen twee dagen naar het toilet onder begeleiding

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Welk doel zou je hier formuleren?
P: Mevrouw de Boer is niet in staat te slapen volgens haar eigen slaappatroon ​
E: Lawaai op de gang​ 
S: mw. slaapt veel overdag, is snel prikkelbaar en zegt slecht te slapen​ 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Doel mevrouw de Boer

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

zorgdoel?
P: Meneer Yilmaz is niet in staat zich te houden aan de voorschriften met betrekking tot drinken​ 
E: Taalbarrière​ 
S: Hij loopt regelmatig naar de kraan om water te pakken en er staan legen glazen op zijn nachtkastje

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Doel de heer Yilmaz?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Verpleegkundige interventies

Richten zich op de oorzaken (E)
en symptomen (S)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

In een interventie beschrijf je:
  • Wat
  • wie
  • waar
  • waarmee
  • Wanneer

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie: deze manier van lesgeven
A
bevalt mij goed
B
hoeft voor mij niet weer
C
vergt nog wat oefening maar 1e indruk is goed
D
anders....

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions