1. . Ik ben mijn pen kwijt, ik ga een nieuwe
aanschaffen.
2. Ik leer mijn dochter dat ze niet het speelgoed van haar broertje mag afpakken.
3. Een reden waarom je iets vindt is een argument.
4. Ik vind Geert Wilders' mening belachelijk.
5. Ik bescherm mijn kinderen tegen gevaarlijke situaties.
6. Ik ben boos op de wereld, ik ben chagrijnig!
7. Wij vertellen elkaar onze mening, wij hebben een discussie.
8. Eenmaal thuis gekomen, realiseerde hij zich dat hij zijn sleutels was vergeten.
9. Als je goed luistert naar de docent is dat goed gedrag!
10. Mijn klasgenootje helpt me altijd met moeilijke vragen van de docent.
11. Iedereen heeft recht op zijn eigen mening, maar we moeten elkaar respecteren.
12. Na de basisschool ga je naar de middelbare school.
13. Tijdens de les mag je je mobieltje niet gebruiken, tenzij het voor schoolwerk is.
14. Het nieuwe model van die auto is sneller en zuiniger dan de vorige versie.
15. Ik kan niet stilstaan, ik heb onrust in mijn lijf.