blijvend omvormen 1

blijvend omvormen 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Praktijk KapperMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

blijvend omvormen 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

welke wikkelpatronen kennen we inmiddels?

Slide 3 - Open question

Verbind de juiste antwoorden met elkaar
Negenvakken wikkelpatroon
Waaier wikkelpatroon
Steensgewijs wikkelpatroon

Slide 4 - Drag question

Wanneer gebruik je welke?
Steensgewijs:
9-vaks:
Waaier:

Slide 5 - Open question

wat is de volgorde van de permanent

Slide 6 - Slide

Stap 9
Stap 8
Stap 7
Stap 6
Stap 5
Stap 4
Stap 3
Stap 2
Stap 1
Nabehandeling
Uitspoelen van de stabilisatievloeistof
Neutraliseren
Wikkels verwijderen
Fixeren
Uitspoelen van de permanentvloeistof
Aanbrengen van de permanentvloeistof
Wikkelen
Wassen

Slide 7 - Drag question

Wanneer spreken we van een normale haardikte?
A
0,03mm
B
0,04mm
C
0,06mm

Slide 8 - Quiz

Hoe bepaal je het wikkelpatroon van de permanent?
A
De kwaliteit van het haar
B
Het gewenste kapsel
C
De soort wikkels die je gaat indraaien

Slide 9 - Quiz

Een klant wil gepermanent worden. De kapper geeft het advies om dit niet te doen. Wat kan de reden hiervan zijn
A
Slechte conditie van het haar en een overmatige vette hoofdhuid
B
Slechte conditie van het haar en een geïrriteerde huid.
C
Overmatige vette hoofdhuid en een geïrriteerde huid

Slide 10 - Quiz

Waarmee start je de permanentbehandeling?
A
Invullen van een klantenkaart
B
Stellen van een diagnose
C
Soort wikkels die je gaat indraaien

Slide 11 - Quiz

Welk product gebruik je bij het permanenten van poreus haar?
A
Een voorbehandeling
B
Stabilisatievloeistof op crèmebasis
C
sterk alkalische permanentvloeistof

Slide 12 - Quiz

Welk wikkelpatroon gebruik je wanneer je zoveel mogelijk wil voorkomen dat het haar in een scheiding valt?
A
9-vaks techniek
B
steensgewijs techniek
C
waaiertechniek

Slide 13 - Quiz

Voor welk soort haar gebruik je een sterke permanentvloeistof?
A
geblondeerd haar
B
hard en gesloten haar
C
normaal haar

Slide 14 - Quiz

In welk wikkelpatroon wikkel plaats je de wikkels in vak 6 en 7 horizontaal?
A
9-vakswikkeling
B
steensgewijswikkeling
C
waaierwikkeling

Slide 15 - Quiz

Waarvoor dienen wikkelvloeitjes?
A
De haren kunnen beter op spanning gewikkeld worden
B
De haren nemen de permanentvloeistof gelijkmatiger op
C
De haarpunten kunnen dan gemakkelijker om de wikkel gedraaid worden

Slide 16 - Quiz

Waar let je op bij het kiezen van de juiste permanentvloeistof?
A
Dikte van de wikkel
B
de haarinplant
C
de haarkwaliteit

Slide 17 - Quiz

Wat bedoelen we bij het permanenten met fixeren?
A
Permanentvloeistof uitspoelen
B
krul vastleggen
C
De PH neutraal maken

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide