4.1.1. Tevreden Veestapel - Voeding

Voeding
Zone College Almelo
Bnnr
1 / 23
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voeding
Zone College Almelo
Bnnr

Slide 1 - Slide

Inhoud van het vak
Voedingsmiddelen
Voederwaarde parameters
Voeding analyses
Voeropname en benuttigen
Rantsoen

Slide 2 - Slide

Deze les?
Welke toetsen krijg je?
Voeding basis theorie
Opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Toetsen
Periode 4
Voedermiddelen
13 April

Periode 5
Voerwaardeparameters
Half Juni

Slide 4 - Slide

Voeding
In de vorm van rantsoen of volledig voer

Rantsoen = Rundvee
Volledig voer = Varkens en Kippen

Opgebouwd uit verschillende voedingstoffen

Combinatie voedingsmiddelen dekt de totale behoefte van het dier in onderhoud, afweer en productie

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Weender Analyse
Om te weten wat je voedingsmiddel levert aan het dier kun je een analyse uitvoeren, namelijk de Weender analyse
Welke voedingstoffen zoal
- Ruw eiwit (re)
- Ruw vet (rv)
- Ruwe celstof (rc)
- Ruw as (ras)
- Vocht
 


Slide 7 - Slide

Ruw Eiwit
Bouwstoffen
Nodig voor productie vlees en melk

Slide 8 - Slide

Ruw Vet
Geeft energie
Zit in olie, boter

Slide 9 - Slide

Ruwe Celstof
Geeft energie en structuur
Zit in ruwvoer

Slide 10 - Slide

Ruw as
Belangrijk voor metabole processen
Mineralen en zand

Slide 11 - Slide

Koolhydraten
Levert energie
Zetmeel en suiker

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Voedingswaarde parameters
Met de Weender Analyse en een aparte zetmeel analyse kun je de voederwaardeparameters zoals VEM en DVE bereken.


Slide 14 - Slide

Droge stof
Wanneer een voedermiddel wordt geanalyseerd wordt dit voedermiddel ontleed naar verschillende onderdelen. De eerste stap is het bepalen van de hoeveelheid droge stof in het voedermiddel. Wanneer het aandeel vocht van het totale product afgehaald blijft er droge stof over. 

Droge stof = product (voedermiddel) - water

Slide 15 - Slide

Droge stof opname 

Slide 16 - Slide

Ik voer 3 kilogram met 1,8 kilogram water. Wat is het droge stof percentage
A
25
B
30
C
35
D
40

Slide 17 - Quiz

Ik voer een koe 16 kilogram drogestof, het DS percentage is 36%. Hoeveel kilogram voeding is er aangeboden.
A
42,8
B
46,2
C
44,4
D
48,6

Slide 18 - Quiz

Anorganische stoffen
Anorganische stof is niet-levend materiaal, zoals zand en mineralen. Mineralen spelen een belangrijke rol in het dier bij het ondersteunen van het afweersysteem, bouwsteen van lichaam, vorming van hormonen en voor de productie (bijvoorbeeld melk). 

Slide 19 - Slide

Organische stoffen
Organische stof bestaat uit voedingsstoffen welke gemaakt zijn door levende organisme zoals planten en dieren. In organische stof zitten voedingsstoffen welke een dier kan gebruiken voor onderhoud en productie. Zonder organische stof kan een dier niet leven.

Organische stof = droge stof – anorganische stof

Slide 20 - Slide

Organische stoffen
Organische stof is dan weer opgebouwd uit ruw eiwit, ruw vet, ruwe celstof en koolhydraten (suikers en zetmeel). Deze voedingsstoffen, ook wel nutriënten genoemd, leveren energie en bouwstoffen aan het dier. Energie wordt geleverd doormiddel van ruw vet en koolhydraten. 

Slide 21 - Slide

Eiwit
Eiwit is een bouwstof, een gedeelte van dit eiwit wordt opgenomen dit wordt verteerbaar ruw eiwit (vRe) genoemd. Eiwit welke niet opgenomen kan worden door eenmagige wordt onverteerbaar ruw eiwit (oRe) genoemd. Voor de werking van de pens, energie en een goede mestkwaliteit heeft een koe ruwe celstof nodig

Slide 22 - Slide

Opdrachten maken
Kennisleerlijn Tevreden Veestapel 
Thema 1 - Voedermiddelen 2019-2020
2,1 2,2 en 2,3 

Volgende les 
Nakijken en lessen over: Koolhydraten, vetten en eiwitten

Slide 23 - Slide