What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1- §1.3 Lenzen
H1 Licht en beeld
§1.3 Lenzen
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H1 Licht en beeld
§1.3 Lenzen
Slide 1 - Slide
Je leert
hoe je met een lens een lichtbundel verandert
hoe je met een lens een beeld vormt
Slide 2 - Slide
Lenzen
- positieve
- negatieve
Slide 3 - Slide
Lenzen
Positieve
Negatieve
Filmpje
Slide 4 - Slide
Lenzen
Slide 5 - Slide
Lichtbreking bij positieve lenzen
Een bolle lens breekt de lichtstralen naar elkaar toe.
Convergerende werking.
Slide 6 - Slide
Lichtbreking bij positieve lenzen
Slide 7 - Slide
Lichtbreking bij negatieve lenzen
Een holle lens breekt de lichtstralen uit elkaar.
Divergerende werking.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Construeren
Met een bolle lens kun je een beeld maken van een voorwerp.
Simulatie
Simulatie
Slide 10 - Slide
Deze lens is...
A
Positief
B
Negatief
Slide 11 - Quiz
Deze lens is...
A
Positief
B
Negatief
Slide 12 - Quiz
Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief
B
Negatief
Slide 13 - Quiz
Welke lens heeft een kleinere brandpuntsafstand?
(lens 1 boven en lens 2 beneden)
A
lens 1
B
lens 2
C
dat kun je niet zeggen
Slide 14 - Quiz
Met een positieve lens kun je een voorwerp
afbeelden op een scherm.
Je kunt zo’n beeld ook zelf construeren.
Welke uitspraak is dan waar?
A
Alle lichtstralen van het voorwerp moeten door het brandpunt gaan.
B
Een lichtstraal die evenwijdig aan de hoofdas loopt, verandert niet van richting.
C
De lichtstralen van het voorwerp zijn na de lens divergent.
D
Alle lichtstralen van één punt van het voorwerp komen samen in één punt van het beeld.
Slide 15 - Quiz
Beeld construeren met een bolle lens
Slide 16 - Slide
Beeld construeren met een bolle lens
Slide 17 - Slide
Beeld construeren met een bolle lens
Slide 18 - Slide
Met welke formule bereken je
de vergroting bij een lens
A
N = AB/A*B*
B
N = v/b
C
N = b/v
D
N = A*B*/ v
Slide 19 - Quiz
Een voorwerp is 23 mm groot
Er wordt een beeld van gemaakt met een grootte van 36 cm. Hoe groot is de vergroting?
A
0,063
B
0,63
C
1,6
D
16
Slide 20 - Quiz
Onthouden !
Een positieve lens is een bolle lens.
Een negatieve lens is een holle lens.
De lichtstralen uit een bolle lens komen bij elkaar in het brandpunt.
Het brandpunt geef je aan met de hoofdletter F.
De afstand van de lens tot het brandpunt is de brandpunts-afstand.
Hoe kleiner de brandpunts-afstand, hoe sterker de lens.
Een positieve lens heeft een convergerende werking ( naar elkaar toe).
Een negatieve lens heeft een divergerende werking (van elkaar af).
Slide 21 - Slide
Vragen?
Slide 22 - Slide
Aan de slag!
Lezen §1.3 uit je boek
maak de opgaven in je schrift!
Maak de opgaven:
49 - 78
Slide 23 - Slide
Wat weten we al?
Slide 24 - Slide
Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent
Slide 25 - Quiz
Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent
Slide 26 - Quiz
Hoe noem je het verloop van deze lichtbundel?
A
convergent
B
divergent
C
evenwijdig
D
parallel
Slide 27 - Quiz
Wat is juist voor lens 1 (boven) en lens 2 (onder)?
A
lens 1 is boller dan lens 2
B
lens 2 is sterker dan lens 1
C
lens 1 heeft een kortere hoofdsas dan lens 2
D
geen van bovenstaande uitspraken is juist
Slide 28 - Quiz
Wat is waar voor een positieve lens?
A
deze is hol
B
deze convergeert lichtstralen
C
deze is aan de randen breder dan in het midden
D
deze maakt altijd een reeel beeld
Slide 29 - Quiz
In de figuur hiernaast zie je een bundel licht die door een lens gaat.
Wordt hier een positieve of een negatieve lens gebruikt?
A
positieve
B
negatieve
Slide 30 - Quiz
Wat is waar voor een positieve lens?
A
deze is hol
B
deze convergeert lichtstralen
C
deze is aan de randen breder dan in het midden
D
deze maakt altijd een reeel beeld
Slide 31 - Quiz
In de figuur hiernaast zie je een bundel licht die door een lens gaat.
Wordt hier een positieve of een negatieve lens gebruikt?
A
positieve
B
negatieve
Slide 32 - Quiz
Wat kun je over de vergroting zeggen als de vergroting N kleiner is dan 1?
A
niks bijzonders
B
beeld is groter dan voorwerp
C
beeld en voorwerp zijn even groot
D
beeld is kleiner dan voorwerp
Slide 33 - Quiz
Je kunt nu
het brandpunt van een lens bepalen;
verschillende soorten lichtbundels herkennen;
voorspellen hoe een bolle en holle lens een lichtbundel veranderen;
bij een bolle lens de plaats van het beeld bepalen met een constructietekening;
Slide 34 - Slide
More lessons like this
2324 5.3 Beelden maken met een lens 3K Deel 2
January 2024
- Lesson with
16 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
§ 5.3 Samenvatting
February 2023
- Lesson with
18 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
§ 5.3 Beelden maken met een lens
February 2023
- Lesson with
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
Lenzen § 1 Bolle en holle lenzen
May 2020
- Lesson with
23 slides
Science
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.3 Beelden maken met een lens
September 2023
- Lesson with
21 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
1.3 Lenzen
October 2022
- Lesson with
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
5.3 Beelden maken met een lens
February 2023
- Lesson with
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
5.3
March 2024
- Lesson with
26 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3