Lenzen § 1 Bolle en holle lenzen

Lenzen § 1 Bolle en holle lenzen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lenzen § 1 Bolle en holle lenzen

Slide 1 - Slide

Toepassing Lenzen

Slide 2 - Mind map

Lenzen
voorbeelden:
bril
in fototoestel
vergrootglas
lens in oog
lens op oog

Slide 3 - Slide

Soorten lenzen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lichtbreking
Licht beweegt in rechte lijnen.

Maar wanneer licht door een doorzichtig materiaal gaat (glas, kunststof of water), geldt die regel niet meer.
De lichtstralen worden dan afgebogen (gebroken).

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Lichtbronnen
  • Puntbron: Licht komt uit een bron.

  • Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  
  • Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe
  • Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar. lopen evenwijdig
                                      (laser)

Slide 8 - Slide

We kennen drie soorten lichtbundels
Divergente lichtbundels

  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

  • Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 9 - Slide

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 

  • Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 10 - Slide

Convergerende lichtbundel
  • Deze lichtbundel wordt steeds kleiner.
  • Op de foto hiernaast zie je links    de lichtstralen evenwijdig op           een bolle lens invallen. Deze gaan achter de lens (rechts) convergerend verder.

Slide 11 - Slide

Positieve lenzen (convergerende werking)

Slide 12 - Slide

Negatieve lenzen (Divergerende werking)

Slide 13 - Slide

Bolle Lens
Positieve lens
  • convergerende werking (lichtstralen worden naar elkaar toe   gebogen)
  • hoe sterker de lens (hoe boller de lens is) , hoe sterker de          convergerende  werking: het brandpunt (F) komt dichter bij  de lens te  liggen

Slide 14 - Slide

Holle Lens
Holle lens:
  • negatieve  lens
  • divergerende werking (lichtstralen worden uit elkaar                gebogen)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je het verloop van deze lichtbundel?
A
convergent
B
divergent
C
evenwijdig
D
parallel

Slide 19 - Quiz

Beeld Construeren blz 188
Met een bolle lens kun je een beeld maken van een voorwerp. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 22 - Slide





Constructielijn 1:  Vanuit het voorwerp tot de lens evenwijdig aan hoofdas, aan de andere kant
                                      van de lens door het brandpunt.

Constructielijn 2: Vanuit het voorwerp een rechte lijn door het optisch midden.

Constuctielijn 3:  Vanuit het voorwerp tot de lens door het brandpunt, aan de andere kant van de
                                     lens evenwijdig aan de hoofdas.

Slide 23 - Slide