241115 Read2Me les 2 + ws §3

Welkom M1a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • Werkboek
  • Schrift
  • Etui
  • iPad
timer
3:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom M1a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • Werkboek
  • Schrift
  • Etui
  • iPad
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Huiswerk nakijken: werkblad (5 min)
  3. Uitleg lidwoord/zelfstandig naamwoord (15 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Read2Me > voorlezen (15 min)
  6. Lesafsluiting/opruimen (5 min)

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Ik kan zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen.

Slide 3 - Slide

Voeg hulpwerkwoorden toe
  1. Sinds 2015 doet Australië mee aan het Eurovisiesongfestival. 

  • Sinds 2015 zou Australië mee willen doen aan het Eurovisiesongfestival.

  1. Komt er ooit nog een Elfstedentocht?

  • Zou er ooit nog een Elfstedentocht kunnen komen?

Slide 4 - Slide

Voeg hulpwerkwoorden toe
  1. Tijdens het Suikerfeest vieren moslims het eind van de Ramadan. 

  • Tijdens het Suikerfeest moeten moslims het eind van de Ramadan willen vieren.

  1. In het midden van Utrecht vind je de hoogste kerktoren van ons land.

  • In het midden van Utrecht zou je de hoogste kerktoren van ons land moeten kunnen vinden.

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Huiswerk nakijken: werkblad (5 min)
  3. Uitleg lidwoord/zelfstandig naamwoord (15 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Read2Me > voorlezen (15 min)
  6. Lesafsluiting/opruimen (5 min)

Slide 6 - Slide

Leerdoelen

Ik kan zelfstandig naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

Slide 7 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
Mensen, dieren, dingen, planten, gevoelens, namen.

Je kan er een lidwoord (de, het, een) voorzetten.

Slide 8 - Slide

Lidwoord (lw)
Hoort ALTIJD bij een zelfstandig naamwoord. En komt dus nooit alleen voor.

De, het = bepaald lidwoord (blw)
een = onbepaald lidwoord (olw)

Slide 9 - Slide

Noteer de lidwoorden en zelfstandig naamwoorden:

  1. Mijn ouders hebben gisteren een puppy gekocht.
  2. Dit weekend ben ik naar Amsterdam geweest.
  3. Eén auto voor de deur ziet er duur uit.
  4. Vanwege een ongeluk met de fiets, ben ik vandaag iets later op school.
  5. Het gaat goed met mij!

timer
2:30

Slide 10 - Slide

zelfstandig naamwoord
(enkelvoud)
zelfstandig naamwoord
(meervoud)
zelfstandig naamwoord
(verkleinwoord)
hond
honden
hondje
het werk
werkje
de werken

Slide 11 - Drag question

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
glas
prachtig
honden
vriendschap
voor
Castricum
die
alweer

Slide 12 - Drag question

Over Oedipus voorspelt het orakel van Delphi dat hij zijn vader zal doden en met zijn moeder zal trouwen.
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
zelfstandig naamwoord 
zelfstandig naamwoord - eigennaam
werkwoord

Slide 13 - Drag question

bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
werkwoord

Slide 14 - Drag question

In hoeverre begrijp je nu het verschil tussen een hww en een zww?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Leerdoelen

Ik kan zelfstandige naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

Slide 16 - Slide

Grammatica §3 (blz. 204)
Opdracht:
Maak opdracht 1 t/m 4.
Opdracht 3 maak je in je schrift.

We bespreken opdracht 1 straks gelijk.

Nodig: Werkboek, schrift, pen
Klaar: Maak opdracht 5. Dit is een uitdagende opdracht!!
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Huiswerk nakijken: werkblad (5 min)
  3. Uitleg lidwoord/zelfstandig naamwoord (15 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Read2Me > voorlezen (15 min)
  6. Lesafsluiting/opruimen (5 min)

Slide 18 - Slide

Read2Me
Thijs, Alek, Sara, Izzy en Ghislaine lezen voor.

De jury vult individueel het formulier in.

Iedereen geweest? De jury overlegt even en kiest een 
winnaar.


Slide 19 - Slide

Lesafsluiting
  • Hoe kan ik een werkwoord herkennen?

  • Gister heb ik een pizza gegeten.


  • Huiswerk: Maak opdracht 3 van het werkblad af. 




Slide 20 - Slide