Je te présente

Je te présente...
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je te présente...

Slide 1 - Slide

Je te présente
  • Jij presenteert de ander
  • Eigen cijfer

Slide 2 - Slide

  • Zorg dat jij de informatie hebt van de ander
  • Maak een powerpoint of poster*
  • Oefen je uitspraak

Slide 3 - Slide

Doel
  • Alle stappen samen doorlopen
  • Meeschrijven op papier
  • Presentatie qua inhoud af

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe begin je de presentatie? In het Frans?

Je te présente...

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vertel de naam en woonplaats (en français)

Il/elle s'appelle...


Il/elle habite à...

Slide 8 - Slide

Lieu de naissance 
Naître = geboren zijn 

Il est né à ...
Elle est née à ...

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Famille - vertel hoe de familie eruit ziet
Il/elle a....
une mère * un père * un frère * une soeur * une belle-mère * un beau-père * un beau-frère * une belle-soeur

Deux, trois, quatre...

Slide 11 - Slide

Animaux domestiques
Il/elle a....
Deux, trois, quatre...

Pas d'animaux?
Il/elle n'a pas d'animaux domestiques. Ou il/elle avait...

Slide 12 - Slide

Vertel over huisdieren
Il/elle a un chien et un chat.
Il/elle n'a pas d'animaux domestiques.
Autrefois, il/elle avait ...

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Beschrijf het uiterlijk 
Il/elle a un visage..., le nez est..., ses yeux sont..., les cheveux sont..., la taille est...,

Slide 21 - Slide

Les préférences
Il/elle aime/déteste...
  • la nourriture
  • les boissons
  • les films
  • la musique

Slide 22 - Slide

Vertel waar hij/zij van houdt
Il/elle aime... la musique rap, le film 'Shrek', la pizza, l'Orangina...

Slide 23 - Slide

Les hobbies 
Il/elle fait du/de la

  • foot, tennis, danse...

il/elle aime
  • jouer au piano, chanter...

Slide 24 - Slide

Vertel wat de hobbies zijn
Il/elle aime jouer au rugby, faire du foot, faire de la danse...

Slide 25 - Slide

Les vacances 
Il/elle aime aller EN/AUX/AU...
  • en France, au Maroc, aux Pays-bas ...

Il/elle a été EN/AUX/AU...
  • en Espagne, aux États-Unis, au Canada

Slide 26 - Slide

Waar hij of zij op vakantie is geweest of waar hij of zij graag naar toe zou willen gaan.
Il/elle aime aller en Italie, au Danemark etc.

Slide 27 - Slide

Rest van de week
  • Rest van les: samenwerken
  • Volgende uur Frans ook
  • Daarna presentatie aan de klas.

Slide 28 - Slide