Cap 2 - les 6

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Plan de clase

• toetsweek 2 
• korte check "demostrativos"
• bestellen in het restaurant
• trabajo en clase

Les in twee delen 

Dos preguntas cotidianas

¿CELFDH ? 

¿QTHH?

Toetsweek 2 

¿Cuál es la fecha de hoy?

¿ Qué tiempo hace?

Aanwijzende voornaamwoorden

Geen aanwijzende voornaamwoorden

eso

ella

estos

ese

esto

este

esos

esta

estas

esa

esas

nuestra

ellas

tuyo

un

mío

vuestro

suyo

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
... mochilas son rojas.

1. Estas
2. Esta
3. Este
4. Estos

... celular es amarillo.

1. Esta
2. Este
3. Estas
4. Estos

¿Qué significa 'esto' ?

1. Dit (als het niet duidelijk is wat precies je bedoelt)
2. Dat
3. Esto is de mannelijke vorm van 'esta'
4. Hetzelfde als 'este'

Vul in
.... es difícil

1. Esto
2. Este
3. Estos
4. Esta

Maak de zin kloppend:

(ver weg) gebouw (zijn-mv) hoog

1. esto edificios es alto
2. esos edificios son altos
3. estos edificios son altos
4. ese edificio es alto

Trabajo en clase

ejercicio 33 + tarea

Estudiar fuente I + G

Estudiar frases clave

En parejas, a hablar!

Welke afkorting hoort bij welke zin?

Voorbeeld:

H...E....Y => ¿habéis elegido ya?

Hagan grupos de 3;

Preparen el diálogo del ejercicio 32

(en la página 73)

Traduce:

Para preguntar

1. Heb jij al een keus gemaakt?

2. En voor u?

3. Wat wil je als hoofdgerecht?

4. Wil jij nog iets? En hij?

Para contestar:

1. Ja, voor ons het ontbijt

2. Wij willen vlees

3. Ik wil een toetje, met een koffie

4. Ik heb liever vegetarisch eten

Wat ging er goed? Wat vind je nog lastig?