Methodisch handelen, observeren, rapporteren

Hoe was jouw vakantie?
😒🙁😐🙂😃
1 / 29
next
Slide 1: Poll
WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoe was jouw vakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij methodisch werken?
Waarom is methodisch werken belangrijk in de zorg?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is methodisch werken?
Methode = een vaste manier om op een bepaalde manier een doel te behalen. ​
  • Je denkt hier van tevoren over na​
  • Zijn vaste patronen die iedere keer terugkomen ​
  • Worden ook wel methodieken genoemd ​
  • Verschillen maar ook overeenkomsten zoals: ​
    Over wie gaat het? ​ Wat wil ik met de methode bereiken? ​
    Hoe ga ik te werk? ​ Wanneer neem ik welke stappen? ​
    Wat is de samenhang en fasering van de stappen? ​
    In welke omstandigheden wordt de methode toegepast? 
  • Op basis van doelstelling en visie van de organisatie wordt een methode gekozen ​
  • Methodisch werken = bewust handelen, volgens vooraf geplande stappen of bepaalde wijze om een doel te bereiken​

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Methodisch handelen in de MZ
Op basis van doelstelling en visie van de organisatie wordt een methode gekozen ​
Methodisch werken = bewust handelen, volgens vooraf geplande stappen of bepaalde wijze om een doel te bereiken​
Vier kenmerken: ​
1. Doelgericht handelen ​
2. Planmatig ​
3. Procesmatig​
4. Bewust ​
8 levensgebieden als basis

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen
- Waarnemen = een doorlopend proces van informatie tot zich nemen via de zintuigen
- Waarnemen doe je altijd
- Meestal reageer je intuïtief
- Je handelt op basis van een subjectieve waarneming
- Dezelfde situatie maar totaal andere beleving?
- Waarnemen is een proces: Verschillende factoren beïnvloeden de uitkomst.
Prikkel -> Gewaarwording (wat binnenkomt, aandacht op focust) -> Verwerking (betekenis geven vanuit eigen referentiekader) -> Waarneming (interpretatie van werkelijkheid)
- De uitdaging van observeren is daarom ook het objectief waarnemen (zonder betekenis)


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht subjectief - objectief
Opdracht: In viertallen twee kolommen maken.
Objectieve waarnemingen en interpretaties / subjectieve waarnemingen
Onderscheid de waarnemingen die je in de vorige opdracht hebt opgeschreven.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Signaleren
- Je verwachtingen beïnvloeden een waarneming.
- Vanuit je ervaring en kennis heb je een verwachting over een situatie
- Eigen waarneming kritisch bekijken
- Hierdoor zal je professioneel waarnemen en veranderingen zien bij een cliënt

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Observeren
Observeren = informatie verzamelen door te kijken, te ruiken, te voelen, te horen en te proeven
Verzamelen van feitelijke informatie (objectief waarnemen)
Gericht op een observatie vraag
Vooraf bepaald: Wat, hoe lang, hoe vaak.

Doelgericht: Observeren heeft altijd een doel. Je wilt namelijk antwoorden krijgen op je vragen. Dit doe je door signalen op te vangen.
Systematisch: Je weet van tevoren welke informatie je wilt verkrijgen en op welke manier je dat wilt verzamelen.
Planmatig: Een observatie verloopt volgens een vooraf gemaakt plan. Dit geeft structuur en verloopt volgens een aantal stappen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wie observeert op zijn stage? Welke informatie wilde je verkrijgen en hoe heb je de observatie aangepakt?
Denk aan: participerend/niet-participerend - gestructureerd/ongestructureerd -
vrije, interval of protocollaire observatie

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Rapporteren: waar denk je aan?
Hoe wordt er bij jou op stage gerapporteerd?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Rapporteren
- Je brengt verslag uit van wat je hebt waargenomen
- Wat heb je gedaan? Wat was het resultaat? 
- Wat heb je gesignaleerd? Welke afspraken zijn er gemaakt?
- Cliënt en naasten hebben het recht om de rapportage in te zien
- Evaluatie van handelingen en activiteiten


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De wijze van rapporteren:

Hangt af van de reden waarom je rapporteert.

Mondelinge rapportage: Informatie delen met collega’s, familie van cliënt, of tijdens een teamoverleg. 

Schriftelijke rapportage: Informatie moet bewaard blijven. De informatie is vastgelegd en voor iedereen te lezen
Informatie met elkaar uitwisselen: compleet beeld van cliënten. Door volledige en zorgvuldige rapportage kunnen er geen misverstanden ontstaan.

Je rapporteert om:
Te informeren
Te evalueren
Informele informatie uitwisselen
Advies geven
Verantwoording afleggen
Continuïteit in zorg en begeleiding bieden
Te signaleren
Afspraken vast te leggen

Slide 16 - Slide

 Te informeren (algemene zaken om compleet beeld van client te krijgen)
Te evalueren (om ontwikkelingen te volgen en plannen bij te stellen. Rapportage kan ook gebruikt worden voor het geven/ontvangen van feedback om handelen bespreekbaar te maken).
Informele informatie uitwisselen (gedurende de hele dag wissel je informatie uit, je bespreekt gedrag die je is opgevallen met de client zelf, collega’s of familie. Dit is niet altijd methodisch maar daarin moet je wel duidelijk kunnen aangeven wat jij denkt gezien/gemerkt te hebben en checken bij de persoon of dat klopt. Als dat zo is kun je het wel gaan rapporteren.)
Advies geven (Met name rapportages van observaties vormen een belangrijke basis bij het geven van advies. De persoon die advies geeft heeft niet alle info alleen verkregen. Alle observaties samen geven een compleet beeld van de client waarop een advies kan worden gegeven.
Verantwoording afleggen: Dingen verantwoorden. Wat heb je gedaan en wat is het resultaat. Hoe heb je je uren besteed en welke ondersteuning heb je geboden, wat werkt en wat werkt niet.
Continuïteit in zorg en begeleiding bieden: Vaak wordt er gewerkt in wisselende diensten. Door overdracht weten je collega’s wat er is voorgevallen en kunnen zij inspelen op situaties.
Te signaleren: Signaleren is een belangrijke functie van rapporteren. Wanneer jij iets signaleert, een verandering. Ga je collega’s ouders clienten vragen of hen dat ook is opgevallen. Belangrijk dat je signalering checkt en er wat mee doet.
Afspraken vast te leggen: Zodat iedereen op de hoogste is van de afspraken. Zowel de cliënt als je collega’s.

Vormen van rapportage

- Overdracht: Doorgeven aan een collega
- Voortgangsrapportage: Verloop van een behandeling of begeleiding.
- Evaluatieverslag: Tussen-of eindevaluatie van een behandeling of begeleiding
- Observatieverslag: Schriftelijke afronding van een observatie
- Dossier: Allerlei rapportages over één cliënt
- Formulieren: Gestructureerde vragenlijsten, dagrapportage, intake-formulieren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw moest vandaag vaak naar het toilet.


A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord
Nee: Mevrouw moest vandaag 5 keer naar het toilet (normaal gaat zij 2 keer).

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw gaat één keer per maand bij haar familie op bezoek.

A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord:
Ja
Dus niet: mevrouw gaat te weinig bij haar familie op bezoek).

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw is nou al voor de vierde keer haar afspraak vergeten. Dat is erg irritant.

A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord
Nee: 
De dochter van mevrouw is de afspraak vergeten. Omdat zij vaker afspraken vergeet, zal ik contact met haar hierover opnemen. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw is dement.

A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord
Nee: 
Mevrouw vergat vanmorgen naar de dagverzorging te gaan.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij rapporteren
Bondig, goed te lezen en verzorgd
Je rapportage is:
Duidelijk
Overzichtelijk
Leesbaar
Objectief
Nauwkeurig en volledig
Bondig, beperken tot hoofdzaken

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Oefening rapporteren
1. Observeer de begeleider en maak een rapportage over het gedrag van de begeleider
2. Klaar? Vergelijk jou rapportage met die van een medestudent
3. Zijn er verschillen of overeenkomsten?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welk gedrag heb jij geobserveerd?
Welke overeenkomsten en verschillen zitten er in de rapportage van je medestudent?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions