Uitleg aanwijzend vnw /ontkenningen

Bonjour et bienvenue! 
Vandaag de laatste 2 grammatica onderwerpen
* ontkenningen 
* aanwijzend vnw; die ,dat
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour et bienvenue! 
Vandaag de laatste 2 grammatica onderwerpen
* ontkenningen 
* aanwijzend vnw; die ,dat

Slide 1 - Slide

Na deze les:
_ken je behalve ne ... pas een aantal andere ontkenningen
- weet je wat een aanwijzend voornaamwoord in het NL & FR is
- weet je hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt in het FR 

Slide 2 - Slide

Hoe maak je een Franse zin ontkennend?
(Ned; niet/geen)

Slide 3 - Mind map

Let op ! Er zijn er meer; 
ne ...... plus= niet meer
ne ...... pas encore= nog niet
ne ....... rien= niets
ne ....... personne= niemand
ne...... jamais= nooit 
ne .... ni..... ni= noch ....noch; Je n'ai ni frère, ni soeur
ne ....aucun = geen enkele 

Slide 4 - Slide

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 5 - Slide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 6 - Quiz

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 7 - Quiz

Toelichting aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands 
Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw

Slide 8 - Slide

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 9 - Slide

Stappenplan aanwijzend vnw [ aantekening!]
deel 1
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
Staat het in het meervoud? [meestal eindigt het op  x / s.] --> gebruik CES
par exemple: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  
Stap 2: is het woord vrouwelijk? [woorden uit je woordenlijst met lidwoord "la"] --> gebruik CETTE
par exemple: Cette salade est délicieuse.

Slide 10 - Slide

Aanwijzend vnw [aantekening] deel 2
* Woorden [met lidwoord un / le] zijn mannelijk. De volgende stappen zijn voor woorden in het MANNELIJK ENKELVOUD 

Stap 3a: controleer of het woord begint met een klinker / h 
Gebruik: CET.  par exemple: Cet hôtel est fermé.
Stap 3b: mannelijk enkelvoud. Gebruik: CE
par exemple: Ce garçon travaille bien!

Slide 11 - Slide

 even oefenen:

Slide 12 - Slide

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 13 - Drag question

_____ livre [mnl!]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 14 - Quiz

________ autographe [mnl!)
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 15 - Quiz

______agenda
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 16 - Quiz

________ filles
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 17 - Quiz

_______ billet
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 18 - Quiz

______ soirée
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 19 - Quiz

------ garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 20 - Quiz

_____ acteur
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 21 - Quiz

_______ émission (v)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 22 - Quiz

________ magazine (m)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 23 - Quiz

______ salade
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 24 - Quiz

Fin!

Slide 25 - Slide