Chapitre 2 - paragraaf D

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bonjour
Lundi le 7 octobre

Slide 2 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Prononciation (= uitspraak) les mots paragraphes A et B
  • Chapitre 2, paragraphe D (grammaire)

Slide 3 - Slide

Prononciation
Van de woorden uit paragraaf A en B van
hoofdstuk 2 (page 86)

Slide 4 - Slide

Prononciation

Slide 5 - Slide

Prononciation

Slide 6 - Slide

Grammaire  - paragraphe D
Il va au restaurant. Le restaurant est fermé.
Il va à la piscine. La piscine n'est pas loin.

 Wat betekenen de vetgedrukte woorden?

     Wanneer gebruik je au en wanneer à la?

Slide 7 - Slide

Grammaire  - paragraphe D
Een voorzetsel + lidwoord = un article défini contracté
                                   (een bepaald lidwoord samengevoegd)


voorzetsel
lidwoord
samengevoegd
         à
 +
        le
 =
       au
         à 
 +
        la
 =
      à la
         à 
 +
        l'
 =
      à l'
         à 
 +
        les
 =
      aux

Slide 8 - Slide

Grammaire - paragraphe D
      On va
 pratiquer !

Slide 9 - Slide

Grammaire - paragraphe D
Prends ton livre à la page 68, ex. 15c

Slide 10 - Slide

Grammaire - paragraphe D
Prends ton livre à la page 68, ex. 15c

Slide 11 - Slide

Grammaire - paragraphe D
Fais l'exercice :  15 d 


timer
3:00

Slide 12 - Slide

Grammaire - paragraphe D
On va corriger l'exercice 15 d

Slide 13 - Slide

Lees goed: de volgende opdracht!
Wat is de som van een
voorzetsel + een lidwoord?

Maak de juiste combinaties.

Slide 14 - Slide

à la
aux
au
à l'
à + la
à + les
à + le
à + l'

Slide 15 - Drag question

vul het juiste samengevoegd lidwoord in
Je suis _____école.

Slide 16 - Open question

Welke zin is goed?
A
Nous allons partir aux Musée
B
Nous allons partir au Musée
C
Nous allons partir à la Musée
D
Nous allons partir à l'Musée

Slide 17 - Quiz

vertaal naar het Frans:
naar het hotel

Slide 18 - Open question

Wat hoort op de open plaats te staan?
Je vais ____ supermarché
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 19 - Quiz

LAATSTE VRAAG
Nog een laatste meerkeuzevraag voor vandaag!



Slide 20 - Slide

Wat hoort op de open plaats te staan?

On veut aller _____ maison.
A
au
B
à l'
C
aux
D
à la

Slide 21 - Quiz

Les devoirs
Les devoirs pour mercredi le 9 octobre:

apprends le grammaire de à + lidwoord
Apprends les mots de paragraphe A et B (arrêt, page 86)







Slide 22 - Slide

Qu'est-ce qu'on a fait?
Wat hebben we gedaan?
  • Uitspraak geoefend met woorden eindigend op d-t-s
  • Grammatica geleerd hoe à + bepaald lidwoord moet worden gebruikt.







Slide 23 - Slide