3.1 Samenleving en Industrie

3.1 Industrie en samenleving
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

3.1 Industrie en samenleving

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Deze les beantwoord je minimaal de hoofdvragen. Voor volgende week maak je één van de volgende taken over 3.1 .
 Kies uit:
  • Een samenvatting
  • Een mindmap
  • Een woordweb
  • Opdrachten uit het boek

Slide 2 - Slide

Hoofdvragen
Vanaf 1800 (19e eeuw) veranderde Nederland in een industriële samenleving

  • Welke uitvinding(en) zorgden daarvoor?
  • Hoe zag zo'n samenleving eruit? (Denk aan sectoren, het soort werk, het aantal mensen in steden en het platteland, de woonomstandigheden, )
  • Hoe verschilde de industriële samenleving van de samenleving daarvoor?
  • Hoe kwamen werknemers in actie?

Slide 3 - Slide

Kies nu een plan van aanpak
Meedoen met uitleg
OF
Zelfstandig aan het werk

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Waar werkten de meeste mensen
vóór de industriële revolutie?
A
In de steden
B
Op het platteland
C
Geen van beide

Slide 17 - Quiz

Een samenleving waarin de meeste mensen wonen in steden en werken in fabrieken (industrie)
A
Een landbouw samenleving
B
Een landbouw stedelijke samenleving
C
Een industriële samenleving
D
Een industriële landbouw samenleving

Slide 18 - Quiz

Mensen op het platteland verloren hun werk, zo konden niet op tegen
A
Ambacht
B
Handel
C
De industrie (fabrieken)
D
(stoom)machines

Slide 19 - Quiz

Sleep het woord naar het juiste plaatje toe
Werkgever
Werknemer

Slide 20 - Drag question

Beantwoord de hoofdvragen
Vanaf 1800 (19e eeuw) veranderde Nederland in een industriële samenleving

  • Welke uitvinding(en) zorgden daarvoor?
  • Hoe zag zo'n samenleving eruit? (Denk aan sectoren, het soort werk, het aantal mensen in steden en het platteland, de woonomstandigheden, )
  • Hoe verschilde de industriële samenleving van de samenleving daarvoor?
  • Waarover hadden werkgevers en werknemers ruzie?

Slide 21 - Slide

Werk nu aan het volgende
Deze les beantwoord je minimaal de hoofdvragen. Voor volgende week maak je één van de volgende taken over 3.1 .
 Kies uit:
  • Een samenvatting
  • Een mindmap
  • Een woordweb
  • Opdrachten uit het boek

Slide 22 - Slide