SO 2.4 Westerse wereldrijken

Vandaag werken we in koppels
Hala/Rana, Soufian/Metehan, Khadija/Djenna, Azad/Semih, Muhammet B/Mohamed D, Heureux/ Muhammet G,           Rayhan/ Nisa, Kerem/ Poly, Asaf/Marouane, Belal/Eren
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag werken we in koppels
Hala/Rana, Soufian/Metehan, Khadija/Djenna, Azad/Semih, Muhammet B/Mohamed D, Heureux/ Muhammet G,           Rayhan/ Nisa, Kerem/ Poly, Asaf/Marouane, Belal/Eren

Slide 1 - Slide

WELKOM

Slide 2 - Slide

Leerdoel
  • Herhaling 2.3 & 2.4
  • Oefentoets voorbereiding toets week 

Slide 3 - Slide

Samenwerken/ instructie
Met jouw duo-partner bespreek je de vraag en kom je tot het antwoord.
Overleg zachtjes en geef daarna het juiste antwoord 

Slide 4 - Slide

Kolonialisme is hetzelfde als imperialisme
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Welke economische motieven waren er voor het modern imperialisme?
A
grondstoffen en afzetmarkten
B
arbeidskrachten en grondstoffen
C
slaven en afzetmarkten
D
grondstoffen en eindproducten

Slide 6 - Quiz

Welke uitspraak over het modern imperialisme is juist?
A
Periode 1870-1900 waarin niet Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika willen veroveren
B
Periode 1870-1970 waarin Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika willen veroveren
C
Periode 1870-1900 waarin Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika willen veroveren
D
Periode 1870-1900 waarin Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Australië willen veroveren

Slide 7 - Quiz

Wat is imperialisme?

Slide 8 - Open question

Wat is genocide?

Slide 9 - Open question

Wat is europeanisering?

Slide 10 - Open question

Waarom wilden Europeanen in de 19e eeuw grote rijken stichten? Noem een oorzaak.

Slide 11 - Open question

1: Het modern imperialisme was een gevolg van de industrialisatie in Europa
2: Modern imperialisme en westerse beschaving opleggen gingen samen
A
alleen uitspraak 1 klopt
B
alleen uitspraak 2 klopt
C
geen van de uitspraken kloppen
D
beide uitspraken kloppen

Slide 12 - Quiz


Over welke gebeurtenis gaat deze tekening?
A
Conferentie van Berlijn
B
Conferentie van München
C
Conferentie van Potsdam
D
Wannseeconferentie

Slide 13 - Quiz

Kijk naar de tekening. Welke boodschap wil de tekenaar geven? Noem tenminste een onderdeel uit de tekening in je antwoord.

Slide 14 - Open question

Tijdens de conferentie van Berlijn werd
A
Afrika verdeeld onder West-Europese landen
B
Azië verdeeld onder West-Europese landen
C
Australië verdeeld onder West-Europese landen
D
Zuid-Amerika verdeeld onder West-Europese landen

Slide 15 - Quiz

Wat was het doel van Duitsland tijdens de conferentie van Berlijn?
A
koloniale macht terugdringen zonder oorlog
B
minder Franse koloniën
C
vrede bewaren in europa
D
meer Duitse koloniën

Slide 16 - Quiz

Hoe zagen de eerste contacten tussen Afrika en Europa er uit?
A
Er werden Afrikaanse landen bestuurd door Europeanen
B
Zendelingen bekeerden met succes veel Afrikanen
C
Europeanen haalden vooral goud en slaven uit Afrika
D
Er werden expedities gehouden

Slide 17 - Quiz

Wat hoort niet bij superioriteitsdenken?
A
Het gevoel dat je meer waard bent dan de ander
B
De Europese beschaving is beter dan andere beschavingen
C
De Europeanen waren onder de indruk van de Afrikaanse cultuur
D
De Aziaten moesten de Europese leiders gehoorzamen

Slide 18 - Quiz

Noem een gevolg van de verdeling van Afrika voor de Afrikaanse bevolking

Slide 19 - Open question

Wat past bij de term Cultuurstelsel
A
Indonesië
B
Verplicht bepaalde producten verbouwen
C
Zuid-Afrika
D
Hongersnood

Slide 20 - Quiz

Welke twee zinnen horen bij de periode van het cultuurstelsel?
Sleep die naar het groene vlak
Javaanse boeren verbouwen een deel van de gewassen voor de Nederlandse staat.
De opbrengsten van de goederen gaan naar de Nederlandse schatkist.
Door het oprichten van scholen krijgt de inheemse bevolking een beter leven.
Kruidnagel en foelie zijn de belangrijkste handelsproducten.
De bevolking van Nederlands-Indië bepaalt zelf hoe hun land wordt bestuurd

Slide 21 - Drag question

Hieronder staan vier gebeurtenissen.
Welke gebeurtenis vond plaats in 1830?
A
De VOC wordt opgericht.
B
Het cultuurstelsel wordt ingevoerd.
C
Javaanse contractarbeiders vertrekken naar Suriname.
D
Nederland schaft de slavernij af.

Slide 22 - Quiz

Multatuli was een voorstander van het cultuurstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Multatuli was een
A
Schrijver
B
De baas van Indonesië
C
De broer van Eduard Douwes Dekker
D
De koning van Nederland

Slide 24 - Quiz

Multatuli schreef
A
Max Havelaar
B
Oost West thuis best
C
Zijn de kleine dingen die het doen
D
Op je kop in een prullenbak

Slide 25 - Quiz

Max Havelaar ging over
A
De verkoop van Tony Chocolony
B
Dat boeren eerlijker behandeld moesten worden
C
Hoe lekker thee kan zijn
D
Het leven van de schrijver zelf

Slide 26 - Quiz

Nederlands-Indië heeft Nederland voornamelijk veel geld gekost en geen geld opgeleverd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Welke 3 groepen verdienden veel geld met het cultuurstelsel?
A
1. de inheemse bestuurders, 2. de Nederlandse ambtenaren, 3. de Nederlandse staat
B
1. de inheemse bestuurders, 2. de Nederlandse ambtenaren, 3. de Javaanse boeren.
C
1. de inheemse bestuurders, 2. de Javaanse ambachtslieden, 3. de Nederlandse staat
D
1. de Javaanse boeren, 2. de Javaanse ambachtslieden, 3. de Nederlandse staat

Slide 28 - Quiz

25. Kies het juiste woord. Het trots zijn op je eigen land, volk en cultuur wordt........................ genoemd
A
socialisme
B
nationalisme
C
kapitalisme
D
liberalisme

Slide 29 - Quiz

en nu verder...

Slide 30 - Slide

Wat is nog onduidelijk?

Slide 31 - Mind map

Leren toetsweek
  • Bekijk de planning die we hebben gemaakt
  • Start op tijd. 
  • Maandag 12 / 02 laatste vragen 

Slide 32 - Slide