Verledentijd + meervouden

Spelling
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Meervouden maken

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 3 - Slide

Youri (winnen) een medaille

Slide 4 - Open question

(Beleven) Eva een avontuur?

Slide 5 - Open question

Vera (vervangen) het kapotte lampje

Slide 6 - Open question

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 7 - Slide

Vorige week (zijn) ik in de stad

Slide 8 - Open question

Ik (besteden) geen aandacht aan de vele geïrriteerde mensen

Slide 9 - Open question

Gelukkig (rennen) wij heel hard toen wij bijna te laat waren.

Slide 10 - Open question

De kinderen (maken) heel lieve lieve knutselwerken voor hun moeder.

Slide 11 - Open question

De politie (vermoeden) dat er sprake was van een misdrijf.

Slide 12 - Open question

Meervouden

Slide 13 - Slide

Hoe maak je een meervoudsvorm?

Slide 14 - Open question

Uitzonderingen
  • laatste letter verdubbelen (vlag>vlaggen)

  • a,e,o,u weglaten (steen>stenen)

  • -f wordt een -v (schrijf>schrijven)

  • -s wordt een -z
    (huis>huizen)

Slide 15 - Slide

Wat is het meervoud van....

Slide 16 - Slide

Muis

Slide 17 - Open question

Praat

Slide 18 - Open question

jaar

Slide 19 - Open question

Meervoud -ee
Meervoud met -ën

>trofee = trofeeën
>zee = zeeën

Slide 20 - Slide

Meervoud -ie
  • Afhankelijk van de klemtoon

Klemtoon op -ie = ën
>theorie = theorieën

Klemtoon ergens anders? 
- laatste e > ë
- + -n
> olie = oliën

Slide 21 - Slide

Wat is het meervoud van....

Slide 22 - Slide

Knie

Slide 23 - Open question

idee

Slide 24 - Open question

Aan de slag met de weektaak
  • Pagina 94-95; opdracht 1,2,3,5 

  • Klaar?
  • Pagina 96-97 opdracht 1 t/m 3
timer
1:00

Slide 25 - Slide

Vragen?

Slide 26 - Slide