past simple

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Did you bring all your school supplies?
(Books, laptops, pens, etc.)
A
Yes, I did
B
No, I did not.

Slide 5 - Quiz

Our schedule...
- Check in
- Schedule 
- Lesson aims
- Grammar: The past simple.
- Workbook time

Slide 6 - Slide

By the end of this lesson...
- I can recognize sentences in the past simple tense.

- I understand when and why the past simple tense is used.

- I can ask questions in the past simple tense.

Slide 7 - Slide

Grammar: the Past Simple (PS)

De verleden tijd noemen we in de Engelse taal de past simple.

- Wanneer gebruiken we de past simple?
- Hoe maak je de past simple?
- Wat zijn de uitzonderingen?

Slide 8 - Slide

Wanneer gebruiken we de past simple?
- I play hockey - Present Simple
Maar hoe zeggen we dit in de verleden tijd? 
- I played hockey last week. - Past Simple


Signaalwoorden: 
yesterday, last week, last year, 
three days ago, a long time ago, in 1989, etc.

I played football three days ago.
- A long time ago, I visited my grandmother.
- I wanted to meet him yesterday.

Slide 9 - Slide

Hoe maak je de Past Simple?
Regel: Schrijf -ed achter de stam.

- I talk..... to Jimmy yesterday.
- We watch... the match this morning.
- Last week, they walk... towards the forest.





Het maakt niet uit of je het over I, you, we of they hebt: je schrijft altijd -ed achter de stam.

Slide 10 - Slide

Uitzonderingen!
Werkwoorden die eindigen op -e, krijgen alleen -d erachter:
- to bake: We baked a delicious cake yesterday.

Werkwoorden die eindigen op -c, krijgen -ked erachter:
- to panic: She panicked when she heard the bad news.


Slide 11 - Slide

Uitzonderingen!
Werkwoorden die eindigen op een l, met één klinker ervoor krijgen een extra l:
- to travel: We travelled to Africa last summer.

Werkwoorden die eindigen op -y, met een medeklinker ervoor, krijgen -ied:
- to marry: She married him when she was 18 years old.

Werkwoorden die kort zijn, één klinker in zich hebben en waarbij maar één klemtoon mogelijk is, schrijf je met een extra laatste medeklinker voor -ed:
- to swap: They swapped their Ipods to listen to each others music.

Slide 12 - Slide

A step by step guide...
Step 1. Do the Past Simple worksheet.

Step 2.   Check 6.4 by using your notes.

Step 3.   Do WB 6.5 ex 1. & WB 6.6. 

Step 4.   Check the irregular verbs (link in teams).

Slide 13 - Slide

By the end of this lesson..
- I can recognize sentences in the past simple tense.

- I understand when and why the past simple tense is used.

- I can ask questions in the past simple tense.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide